De
tijd in het verhaal: Kijk naar jaartallen, historische figuren/gebeurtenissen, gebruiken/gewoontes/kleding/voorwerpen, of kijk naar de ruimte die wordt beschreven.
De vertelde tijd is de tijd die verstrijkt in het verhaal.
De verteltijd is de tijd die de lezer nodig heeft om het verhaal te lezen. Dit druk je uit in het aantal pagina's.
Een chronologisch verhaal is een verhaal zonder flashback of -forward. Met één van deze twee is het verhaal meteen niet chronologisch.