wk 41: fictie + spelling (1-toets) + bespreken + sommige/sommigen 2V

Programma + lesdoelen les 1
Fictie (40 min):
  • Je hebt alle punten in het script verwerkt en krijgt alleen deze les nog tijd om eraan te werken. 

Spelling: (40 min):
  • Je kunt vragen stellen over de gemaakte oefentoets.
  • Je maakt de 1-toets voor een cijfer. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Programma + lesdoelen les 1
Fictie (40 min):
  • Je hebt alle punten in het script verwerkt en krijgt alleen deze les nog tijd om eraan te werken. 

Spelling: (40 min):
  • Je kunt vragen stellen over de gemaakte oefentoets.
  • Je maakt de 1-toets voor een cijfer. 

Slide 1 - Slide

FICTIE

Slide 2 - Slide

Terugblik
In de vorige les heb je enkele nieuwe begrippen geleerd. Wat weet je daar nog van?

  1. Wat bedoelen we met de vertelde tijd?
  2. Wat bedoelen we met de verteltijd en hoe geef je die aan in een verhaal?
  3. Wanneer is een verhaal chronologisch?

Slide 3 - Slide

Verder met het script
Inmiddels bevat het script de volgende onderdelen:
  • Je script bevat 1 hoofdpersoon en minimaal 2 bijfiguren.
  • Je maakt duidelijk welk probleem de hoofdpersoon heeft.
  • Van de bijfiguren is één iemand een helper en de ander een tegenstander van de hoofdpersoon. Leg uit hoe we dit in de film terugzien.
  • Van de hoofdpersoon wordt duidelijk hoe hij/zij eruit ziet, wat de belangrijkste kenmerken. zijn, wat voor een karakter hij/zij heeft en wat de relatie is tussen hem/haar en de bijfiguren.
  • Je script schrijf je in het hij-/zij-vertelperspectief (dus letterlijk de dialoog).
  • Je hebt minimaal 1 spanningstechniek verwerkt.
  • Je hebt de setting voor jullie verhaal weergegeven (in afbeeldingen).
  • Er zit een flashback in het script.

timer
20:00

Slide 4 - Slide

Spelling

Slide 5 - Slide

Oefentoets bespreken
In de vorige les heb je de oefentoets spelling gemaakt. Je weet hoe je de verschillende onderdelen hebt gemaakt en waar je nog voor moest oefenen. 

Wie heeft er vragen over een antwoord?

Slide 6 - Slide

1-toets maken
  • Zet de tafels uit elkaar
  • Leg je leesboek naast je op de grond
  • Vul je naam + klas in
  • Maak de toets

Klaar? Lezen in je leesboek!

Slide 7 - Slide

Programma + lesdoelen les 2
Fictie (40 min):
  • Het script wordt in deze les ingeleverd. Je krijgt extra lang de tijd om te lezen in je leesboek. 

Spelling: (40 min):
  • Je leert de meervouds-n te schrijven bij verwijzingen (sommige/sommigen)

Slide 8 - Slide

FICTIE

Slide 9 - Slide

Extra lang lezen in je leesboek
timer
30:00

Slide 10 - Slide

Spelling

Slide 11 - Slide

Meervouds-n bij verwijzingen

Pak blz. 141 in de methode voor je en bestudeer de theorie. De theorie lijkt eenvoudig (het schema), maar er staat een belangrijke opmerking onder. Neem het schema met deze opmerking over in je eigen schrift. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Even oefenen
1. De kinderen vertrokken (beide/beiden) op tijd van huis.
2. De puppy's liggen bij moeder in de mand. Sommige/Sommigen kruipen bijna onder moeder.
3. De meeste/meesten voetballers zijn blij met een winterstop, maar enkele/enkelen zouden het liefst doorgaan.
4. Zij zijn de enige/enigen die toegang hebben tot deze kluis.

Slide 14 - Slide

Nu jij....
Maak opdracht 4 op blz. 142. 

We kijken de opdracht meteen daarna samen na.

Eerder klaar? Lezen in je leesboek!

Slide 15 - Slide