This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Examenoefening Zuid-Amerika
Slide 1 - Slide
Gebruik bron 13. Ondanks de toenemende aandacht voor de mondiale energietransitie willen aardoliemaatschappijen toch investeren in Zuid-Amerikaanse aardolie. Deze investeringen worden vooral gedaan op basis van redenen vanuit de economische dimensie. Geef vanuit nog twee andere dimensies een reden waarom aardoliemaatschappijen willen investeren in Zuid-Amerikaanse aardolie.
Slide 2 - Open question
Gebruik de bronnen 14 en 15 en het kaartenkatern. Geef − twee aanwijzingen uit bron 14 waaruit blijkt dat de dwarsdoorsnede niet de huidige situatie weergeeft; − de oorzaak waardoor de aardolie voor de kust van Rio de Janeiro ouder is dan die voor de kust van Recife.
Slide 3 - Open question
Gebruik de bronnen 13 en 14 en het kaartenkatern. Niet alleen bij de passieve continentrand van Zuid-Amerika, maar ook in het dalingsgebied ten oosten van de Andes is aardolie ontstaan. Geef eerst aan hoe in de geologie zo’n dalingsgebied wordt genoemd. Beschrijf vervolgens in twee stappen het ontstaan van aardolie in dit dalingsgebied.
Slide 4 - Open question
Gebruik bron 16. Hieronder staan drie uitspraken over de productie en de consumptie van aardolie in Zuid-Amerika. Uitspraak 1: een hoge olieprijs is voor landen in Midden-Amerika in het algemeen gunstiger dan voor landen in Zuid-Amerika. Uitspraak 2: Brazilië is tussen 1965 en 2019 steeds afhankelijker geworden van de import van aardolie. Uitspraak 3: politieke ontwikkelingen hebben de laatste jaren invloed gehad op de productie van aardolie in Venezuela. Geef voor elke uitspraak aan of die juist of onjuist is.
Slide 5 - Open question
Gebruik de bronnen 13, 16 en 17. De aanwezigheid van aardolie of aardgas is vaak een garantie voor een hoog welvaartsniveau, maar niet altijd. Toon aan dat de aanwezigheid van aardolie of aardgas in Zuid-Amerika niet altijd een garantie is voor een hoog welvaartsniveau van een land.
Slide 6 - Open question
Investeringen in de Zuid-Amerikaanse aardolie kunnen op verschillende schaalniveaus negatieve gevolgen hebben. Geef aan waarom deze investeringen − kunnen leiden tot een toename van de sociaaleconomische ongelijkheid binnen Zuid-Amerikaanse landen; − ook op mondiaal schaalniveau negatieve gevolgen kunnen hebben; − ook op regionaal schaalniveau negatieve gevolgen kunnen hebben.
Slide 7 - Open question
Aardoliemaatschappijen kunnen relatief makkelijk investeren in neoliberale staten in Zuid-Amerika, maar door toenemende bevolkingsparticipatie kan investeren ook lastiger worden. Geef aan waarom − aardoliemaatschappijen juist in neoliberale staten relatief makkelijk kunnen investeren; − door toenemende bevolkingsparticipatie het investeren lastiger kan worden.
Slide 8 - Open question
Gebruik bron 12 en het kaartenkatern. In Bolivia liggen de isothermen vooral in de richting noord-zuid. Geef de geofactor die bepalend is voor de richting van de isothermen in Bolivia.
Slide 9 - Open question
La Paz werd in de zestiende eeuw gesticht op de plaats van de hoog in de Andes gelegen inheemse nederzetting Chuquiago. Ook de inheemse bevolking woonde al voornamelijk hoog in de Andes. Leg uit waardoor de omstandigheden hoog in de Andes gunstig waren voor de inheemse bevolking om daar te gaan wonen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 10 - Open question
Veel landen in Zuid-Amerika hebben te maken met toenemende droogte. Vooral de bevolking in Bolivia wordt hierdoor hard getroffen. Geef twee economische kenmerken van Bolivia waardoor de bevolking van juist dit land hard getroffen wordt door de toenemende droogte.
Slide 11 - Open question
Gebruik bron 13 en het kaartenkatern. De gemiddelde hoeveelheid neerslag in Bolivia is de laatste decennia afgenomen. Hierdoor komt de zoetwatervoorziening van La Paz in gevaar. Geef nog een andere fysisch-geografische oorzaak die grote invloed zal hebben op de zoetwatervoorziening van La Paz.
Slide 12 - Open question
In La Paz wordt momenteel grondwater opgepompt om in de extra vraag naar water te voorzien. Deze oplossing is echter niet duurzaam. Geef - een manier waarop de overheid van Bolivia de sociale bevolkingsgroei in de stad kan terugdringen; - een duurzame oplossing die op het schaalniveau van de stad kan bijdragen aan de zoetwatervoorziening in de stad; - een duurzame oplossing die op regionaal schaalniveau kan bijdragen aan de zoetwatervoorziening in de stad.
Slide 13 - Open question
Gebruik bron 14. Bron 14 geeft de handelsbalans van vier Zuid-Amerikaanse landen weer. Geef eerst aan van welk land de handelsbalans tussen 2009 en 2019 het meest verslechterd is. Beredeneer vervolgens welke rol exportvalorisatie kan spelen bij de verbetering van de handelsbalans van een land.
Slide 14 - Open question
Gebruik bron 15. Niet alleen de handelsbalans van een land speelt een rol bij de economische ontwikkeling. Ook de leeftijdsopbouw heeft invloed op de economische groei. Geef aan - waaruit blijkt dat deze landen de demografische transitie doorlopen hebben; - in welk land uit bron 15 het geboortecijfer het laagst is.
Slide 15 - Open question
Gebruik bron 16.Vanuit het buitenland wordt veel geld geïnvesteerd in Zuid-Amerika. Hieronder staan twee uitspraken over bron 16. Uitspraak 1: Het aandeel buitenlandse investeringen uit China is in Peru groter dan in Colombia. Uitspraak 2: Brazilië is van alle Zuid-Amerikaanse landen het meest afhankelijk van buitenlandse investeringen uit China. Geef voor elke uitspraak aan of die juist of onjuist is.
Slide 16 - Open question
Sinds de jaren 70 heeft een aantal landen in Zuid-Amerika een neoliberaal beleid gevoerd om tot economische ontwikkeling te komen. Tegenwoordig komt er steeds meer kritiek op dit neoliberale beleid. Geef aan - waarom neoliberaal beleid economische ontwikkeling kan stimuleren; - welk punt van kritiek tegenstanders op het neoliberale beleid hebben; - welke politieke stroming de laatste jaren steeds meer invloed krijgt in Zuid-Amerika.
Slide 17 - Open question
Het bestrijden van rurale armoede draagt niet alleen bij aan de afname van armoede in plattelandsgebieden, maar ook aan de afname van de armoede en de bevolkingsdruk in steden (zie bron 11). Geef aan waarom het terugdringen van rurale armoede kan leiden tot een afname van de bevolkingsdruk in steden.
Slide 18 - Open question
Gebruik bron 11. Bij het onderzoek naar rurale poverty traps heeft de FAO ingezoomd op deelgebieden binnen landen. Geef - de reden waarom het inzoomen op deelgebieden binnen landen juist in Zuid-Amerika van belang is; - een punt van kritiek op de methode die de FAO bij dit onderzoek gehanteerd heeft.
Slide 19 - Open question
Om rurale armoede te bestrijden wil de FAO de bereikbaarheid van plattelandsgebieden verbeteren door verharde wegen aan te leggen. Deze oplossing kan echter ook nadelen hebben. Beredeneer dat de lokale bevolking van deze plattelandsgebieden zowel voordelen als nadelen kan ondervinden van deze verharde wegen.
Slide 20 - Open question
Gebruik bron 11. De FAO benadert de oplossingen voor rurale armoede in Zuid-Amerika vooral vanuit de economische dimensie en vanuit de dimensie natuur. Geef vanuit de andere twee dimensies drie oplossingen voor de bestrijding van rurale armoede in Zuid-Amerika.