Stageopdracht observeren en rapporteren
specifieke observatie van 1 kind
1. Overleg met je stagebegeleider welke kind jij voor dit deel van de opdracht wilt gaan observeren, waarom en wanneer.
2. Observeer 1 kind in 4 verschillende situaties, op 1 van de 5 ontwikkelingsaspecten uit deel A (in totaal dus 4 observaties).
3. Een observatie duurt tussen de 5 en 10 minuten. Iedere observatie doe je in een andere situatie, bijvoorbeeld: tijdens vrij spel, kringmoment, het maken van een werkje/ opdracht en het buiten spelen.
4. Werk de observaties beschrijvend uit en zorg dat deze objectief zijn weergegeven
Volgende les neem je het observatieverslag mee!