Les 4

In de les
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

In de les

Slide 1 - Slide

Drie sterke zuren

zoutzuur: H+(aq) + Cl-(aq)


Welke zijn er nog meer?

Slide 2 - Slide

Drie sterke zuren

zoutzuur:  H+(aq) + Cl-(aq)


salpeterzuur: H+ (aq) + NO3-(aq)


zwavelzuur: 2 H+ (aq) + SO42-(aq)

Slide 3 - Slide

Drie zwakke zuren


  • koolzuur: H2CO3(aq) instabiel, 
  • dus liefst H2O(l) en CO2(g)



Slide 4 - Slide

Drie zwakke zuren

koolzuur: H2CO3(aq) instabiel, dus liefst H2O(l) en CO2(g)


azijnzuur: CH3COOH (aq)


Wat is de rationele naam van azijnzuur?


Slide 5 - Slide

Drie zwakke zuren

azijnzuur: CH3COOH (aq)

Wat zijn de drie andere namen voor azijnzuur?

  1. ethaanzuur
  2. waterstofethanoaat
  3. waterstofacetaat

Het ethanoaat of acetaat ion is: CH3COO- (aq)


Wat is de naam van het derde zwakke zuur?

Slide 6 - Slide

Drie zwakke zuren

koolzuur: H2CO3(aq)


azijnzuur: CH3COOH (aq)


fosforzuur: H3PO4 (aq)

Slide 7 - Slide

Wat is een base?

Een base is een deeltje wat H+ ionen kan opnemen.

Deze H+ ionen worden afgestaan door een zuur.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide