Week 29 - les 1: lezen 1.7

Geen fictieboek bij je?
Bladzijde 60 (doorlezen)
Bladzijde 67 (doorlezen)
Bladzijde 73 (doorlezen)
Bladzijde 106 (doorlezen)


In volledige stilte wordt er gelezen

timer
10:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Geen fictieboek bij je?
Bladzijde 60 (doorlezen)
Bladzijde 67 (doorlezen)
Bladzijde 73 (doorlezen)
Bladzijde 106 (doorlezen)


In volledige stilte wordt er gelezen

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Nederlands
3 juni 2024

Slide 2 - Slide

Wat is een woordraadstrategie?

Slide 3 - Open question

Wat is een synoniem?

Slide 4 - Open question

Wat is een omschrijving?

Slide 5 - Open question

Vul in: bij ... lezen, lees je de titel, bekijk je de plaatjes, tussenkopjes, andergedrukte woorden en lees je de eerste alinea.

Slide 6 - Open question

Wat doe je bij precies lezen?

Slide 7 - Open question

De hoofdgedachte is altijd één zin en vat het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd samen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Welke tekstdoelen ken je nog?

Slide 9 - Mind map

Noem een voorbeeld van een informerende tekst

Slide 10 - Open question

Noem een voorbeeld van een instruerende tekst

Slide 11 - Open question

Noem een voorbeeld van een overtuigende tekst

Slide 12 - Open question

Welke woorden zoek je als je op zoek bent naar een voorbeeld om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen?

Slide 13 - Mind map

Vul in: bij ... lezen, lees je de titel, bekijk je de plaatjes, tussenkopjes, andergedrukte woorden en lees je de eerste alinea.

Slide 14 - Open question

Als je antwoord geeft op de vraag: Waar gaat deze tekst over? Dan krijg je het ... van een tekst.

Slide 15 - Open question

Wat lees je bij precies lezen?

Slide 16 - Open question

Wat kun je bepalen na precies lezen?

Slide 17 - Open question

Het onderwerp van een tekst is altijd één, twee, maximaal drie woorden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Om de hoofdgedachte te bepalen heb je altijd het onderwerp van een tekst nodig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?

Slide 20 - Open question

Het eerste deel van een tekst, hierin maak je kennis met het onderwerp. Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of grappig verhaaltje.
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 21 - Quiz

Het grootste gedeelte van een tekst. Daar staat de meeste informatie. Het bestaat vaak uit meerdere stukjes tekst.
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 22 - Quiz

Het laatste stukje van een tekst. Hierin wordt het belangrijkste uit te tekst vaak herhaald.
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 23 - Quiz

Deelonderwerpen kun je vinden in alle delen van de tekst (inleiding, middenstuk en slot).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Als je de eerste en laatste zin van elke alinea leest, dan lees je ...

Slide 25 - Open question

Meerdere alinea's kunnen bij één deelonderwerp horen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Link

Aan de slag
Waar? Pagina 41
Wat? Opdracht 1
Tijd? Einde van de les, anders huiswerk
Vragen? Lees eerst zelf de vraag nog eens door, vraag het dan op fluisterniveau aan je buurmens, steek daarna je vinger op.

Slide 28 - Slide