1B Mening en argumenten

Welkom!
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel
Ga rustig op je plek zitten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je boeken op tafel
Ga rustig op je plek zitten

Slide 1 - Slide

10 min lezen uit je leesboek

Slide 2 - Slide

Mening en argumenten

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Wat weet je al
- Theorie
- Oefenen
- Werken aan de opdracht

Je leert mening en argumenten van elkaar te onderscheiden en de verschillende soorten argumenten te herkennen. 

Slide 4 - Slide

Wat weet je al?

Slide 5 - Slide

Wat weet je al?
Geef antwoord op de onderstaande vragen:

- Wat is het verschil tussen een mening en een argument?
- Lees de uitspraken A en B. Welke van de twee vind je overtuigender? Leg uit waarom.
A. Maan is een succesvolle artiest, want ze maakt heel leuke liedjes die lang in je hoofd blijven hangen.
B. Maan is een succesvolle artiest, want haar muziek wordt veel gestreamd en ze treedt vaak op. 

Slide 6 - Slide

Theorie

Slide 7 - Slide

Theorie
  • Mening: duidelijk maken hoe je ergens over denkt. 

  • Een ander woord voor een uitgesproken mening is een standpunt.
  • Positief standpunt: Ik vind gamen een sport.
    Negatief standpunt: Ik vind gamen helemaal geen vorm van sport. 
    Genuanceerd standpunt: Ik weet niet of gamen een vorm van sport is. 

  • Conclusie: Mening of standpunt wordt aan het slot nog een keer herhaald of kort samengevat. 

Slide 8 - Slide

Theorie
  • Argumenten: Uitspraak waarmee iemand een standpunt onderbouwt of uitlegt.  
  • Signaalwoorden: want, omdat, doordat, daarom 

  • Sterke argumenten bevatten feitelijke uitspraken (waar/niet waar).
  • Minder sterkte argumenten bevatten niet-feitelijke uitspraken (waardeoordeel). Deze moet je goed onderbouwen met feitelijk uitspraken. 

Slide 9 - Slide

Theorie
Controleren
  • Kennis nodig over het onderwerp (feitelijke argumenten)
  • Bekijken welk waardeoordeel ze bevatten en hoe de argumenten zijn onderbouwd (niet-feitelijke argumenten)

Slide 10 - Slide

Theorie
Ik denk dat we niet moeten gaan winkelen, want de mode van dit seizoen is echt saai.

Een nieuwe telefoon kopen is helemaal niet nodig, deze heb je pas een jaar!

Ik houd van regen en wind. Daarom is de herfst mijn favoriete tijd van het jaar. 

Slide 11 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 3, 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 10
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les 
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk 

Gebruik de theorie op bladzijde 98-99 van je handboek. 
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Voor volgende week woensdag (11/09) moet opdracht 3, 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 10 af zijn.

Slide 13 - Slide