This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
Ga zitten op je plaats
Leg je spullen op tafel
Zet je tas op de grond
Slide 1 - Slide
LESPLANNING komende 3 weken
Tot aan de start van TW 3 -> 10 lessen
Inhoud lessen: oefenen LEESVAARDIGHEID
Tentamen TW3 -> leesvaardigheid
Slide 2 - Slide
LESPLANNING komende weken
Na TW 3 (26 maart) nog 1 toets -> Fictie
4 lessen Fictie ->
Theorie over Fictie
Logboek Fictieboek 3 (boek heb je gelezen)
Mondeling
Slide 3 - Slide
Fictie
Leesboek 3 moet je zelf thuis lezen!
Noteer op de lijst de titel van het boek.
Heb nog geen boek 3 ? -> zo snel mogelijk actie ondernemen
Slide 4 - Slide
Vandaag
Start oefenen met leesvaardigheid
Lesmateriaal:
boek Nieuw Nederlands
kopieerbladen Examenoverzicht
Examens afgelopen jaren
Theorie/uitlegvideo YouTube
Slide 5 - Slide
Vandaag
NIEUW NEDERLANDSparagraaf Lezen Hoofdstuk 1
Onderwerp : Indeling van een tekst
Uitlegvideo bekijken
Samen lezen tekst 1 (examen 2024) kopieerblad
Maken vraag 1 t/m 8
antwoorden bespreken
Slide 6 - Slide
Vandaag
Slide 7 - Slide
Vandaag
Slide 8 - Slide
OPDRACHT 24+25 (blz 80)
Samen lezen van de tekst Mag het een onsje minder zijn?
Maak opdracht 24
Lees zelf de tekst Veel overtreders...
Maak hierbij opdracht 25
Slide 9 - Slide
Betrouwbare bron?
Slide 10 - Slide
nieuwspaal.nl
Slide 11 - Link
Opdracht 26
Bekijk het fragment en noteer de antwoorden op de vragen.
De week zonder vlees
Slide 12 - Slide
OPDRACHT 27+28
De teksten lezen en de opdrachten maken.
Huiswerk voor dinsdag 7 januari.
Slide 13 - Slide
OPDRACHT
Slide 14 - Slide
a. De titel van Tekst 4 is Eruit!
b. Op de afbeelding zie ik een boze leraar.
c. De tekst gaat volgens mij over een leraar die een leerling uit de les stuurt.
d. Ik weet al dat leerlingen er soms uitgestuurd worden. Dan moeten ze zich melden bij de afdelingsleider.
e. Het tekstdoel is amuseren.
Slide 15 - Slide
a. De titel van Tekst 5 is Rubik’s (Heb jij je draai al gevonden?).
b. Op de afbeelding zie ik een jongen met een enorm grote kubus.
c. De tekst gaat volgens mij over de kubus.
d. Ik weet al dat een kubus een soort speelgoed/puzzel is.
e. Het tekstdoel is overhalen.
Slide 16 - Slide
Dat kon hij zien aan de dozen die de dief had gestolen. Dat waren alleen maar de dure.
Ontvreemd betekent gestolen. Doelgericht betekent met een duidelijk doel.
De grap is dat de leraar de vader is van de eerste leerling die eruit werd gestuurd.
Deze vraag past goed in de advertentie, omdat hij goed bij de kubus past. De kubus moet je draaien. De schrijver vraagt dus eigenlijk aan de lezer of hij al een kubus heeft en of hij de oplossing al heeft gevonden. ‘Heb jij je draai al gevonden?’ vraag je ook als je wilt weten of iemand ergens gewend is en zich prettig voelt.
Slide 17 - Slide
voorspellen
Je ziet dadelijk een aantal titels.
Voorspel het tekstdoel.
Slide 18 - Slide
Wat is het tekstdoel: Meer hangouderen dan hangjongeren?
Opdracht 49 blz: 45
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren
Slide 19 - Quiz
Wat is het tekstdoel? Vul de bon in en word vandaag nog lid!
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren
Slide 20 - Quiz
Wat is het tekstdoel? Jongeren gaan steeds verder op vakantie.
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren
Slide 21 - Quiz
Wat is het tekstdoel? Report Jort en het geheimzinnige eiland.
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren
Slide 22 - Quiz
learningapps.org
Slide 23 - Link
Slide 24 - Slide
1.13 Publiek (blz 46)
We bespreken de theorie die je vindt op blz. 46
Daarna volgt een schuifopdracht.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
breed publiek
kleiner publiek
een persoon of een klein groepje
een mail aan de leraar wiskunde
de lezer weet nog (bijna) niets over het onderwerp
De schrijver gaat er van uit dat de lezer al iets over het onderwerp weet.
een verjaardagskaart
Alle bejaarden van Nederland
een publiek dat een bepaald onderwerp erg leuk vindt. bv. alle paardenliefhebbers
een uitnodiging aan een groepje van vier vriendinnen om te gaan high tea'en
teksten de de krant of weekblad.
Algemene onderwerpen
alle fans van Max Verstappen
Slide 27 - Drag question
learningapps.org
Slide 28 - Link
Ik weet het verschil tussen informeren, overhalen en amuseren.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van
Slide 29 - Quiz
Ik weet welke tekstsoorten er zijn.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van
Slide 30 - Quiz
Ik weet wat het verschil is tussen een breed publiek, een kleiner publiek en een persoon of klein groepje.