les 2: tijd, setting, motieven, thema

Welkom

Ga zitten. Pak pen, papier en een markeerstift. 
           Nederlands havo 4
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom

Ga zitten. Pak pen, papier en een markeerstift. 
           Nederlands havo 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verhaalanalyse
  • Ik kan manipulaties van de chronologie herkennen, het effect van het tijdsverloop benoemen en onderscheid maken tussen fabel en sujet.
  • (personages, type, karakter, conflictmodel, perspectieven)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Setting
  • De tijd
  • De ruimte 
  • De omstandigheden 
--> vormen samen de setting

Bijvoorbeeld: 13 maart 2023 om 11:30 uur in V102, op een zonnige warme dag, na een gymles waarin er ruzie ontstond.
Maak aantekeningen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tijd
  • historische tijd: tijdstip waarop het zich afspeelt. 
  • chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de tijdsvolgorde waarin ze plaats hebben gevonden.
  • flashback: lezer wordt teruggenomen naar het verleden
  • terugverwijzing: kort iets uit het verleden benoemen
  • flashforward: meegenomen naar de toekomst
  • vooruitwijzing: kort iets wat gaat gebeuren benoemen
  • niet-chronologisch: er zitten flashbacks of -forwards in het verhaal.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tijd
  • vertraging: een gebeurtenis wordt uitgebreid verteld
  • versnelling: een gebeurtenis wordt kort samengevat
  • tijdsprong: er worden gebeurtenissen overgeslagen (uren/dagen/weken/jaren)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tijd
  • belevende ik vs vertellende ik
  • proloog: voor de tekst, vaak flashforward
  • fabel: samenvatting op chronologische volgorde
  • sujet/plot: samenvatting op volgorde van het boek

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Schrijf mee: vragen/opmerkingen etc.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  • We lezen het verhaal Hoogtevrees
  • Noteer: omschrijving personages, karakter of type, perspectief + voorbeeld, setting, tijd
timer
15:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp en thema
  • Onderwerp: in een paar woorden waarover het verhaal gaat

  • Thema: de hoofdgedachte van het verhaal, waar de schrijver je over aan het denken wil zetten. Je vindt deze door na te gaan wat de titel is, welke motieven er zijn, wie de belangrijkste personages zijn, wat ze met elkaar te maken hebben.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Motieven
  • Elementen uit het verhaal die steeds terugkeren in de tekst:
  • Leidmotief: concreet iets kleins wat steeds weer in dezelfde woorden terugkeert (een voorwerp/kleur/zinnetje enz.)
  • Verhaalmotief: abstract een gebeurtenis, beschrijving of gevoel dat steeds weer terugkeert in de tekst, maar (meestal) er niet letterlijk in staat.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoogtevrees en de scheiding
We bespreken hoe dit zit in de besproken verhalen

Slide 11 - Slide

De scheiding: concrete motieven: geuren. abstracte: overgeven, gevoel van eenzaamheid/er niet bij horen/ onduidelijkheid. Thema: de impact van een scheiding op een hond. 

Hoogtevrees: concrete motieven: het mes, het touw, abstracte motieven: hoogtevrees, angst, er niet bij horen horen/haat/boosheid. Thema: wat woorden met je doen/ effecten van haat, dat het niet goed afloopt oid.
Evaluatie
Noteer iets wat je vandaag geleerd hebt.

Noteer een vraag die je nog hebt (over deze lesstof)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Leer de paragrafen van literatuurgeschiedenis

Slide 13 - Slide

This item has no instructions