07. Voorbereiding contactdag 2

U wilt rechtdoor. Moet u de rest van de uitvaartstoet voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
VerkeersopleidingenBeroepsopleiding

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

U wilt rechtdoor. Moet u de rest van de uitvaartstoet voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

U wilt linksaf. Moet u de rode auto voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

U wilt linksaf. Moet u de vrachtauto voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

U wilt rechtdoor. Moet u de vrachtauto voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

U wilt rechtdoor. Moet u de auto voor laten gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Wie gaat in deze situatie eerst?
A
De zwarte auto
B
De lesauto

Slide 6 - Quiz

Wat is hier de juiste volgorde van doorgaan?
A
Tram, auto, voetganger en vrachtauto
B
Tram, vrachtauto, voetganger, auto
C
Tram, vrachtauto, auto en voetganger

Slide 7 - Quiz

U wilt linksaf.
Staat u zo goed voorgesorteerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Wie gaat in deze situatie eerst?
A
De lesauto
B
De voetganger

Slide 9 - Quiz

Wat verstaan we onder de verkeerstaak?
A
Verkeersopgaven waar je als bestuurder voor, tijdens en na de verkeersdeelname mee te maken kunt krijgen
B
De manier waarmee je omgaat met de problemen waarmee je in het verkeer te maken krijgt
C
De verantwoordelijkheid die een bestuurder heeft voor, tijdens en na de verkeersdeelname

Slide 10 - Quiz

Waarnemen, voorspellen, evalueren, beslissen en handelen. Dit zijn...?
A
Maatschappelijke criteria
B
Rijtaken
C
Verkeerstaken
D
Taakprocessen

Slide 11 - Quiz

Wat wordt verstaan onder verkeersopgaven?
A
Iedere handeling die een bestuurder voor, tijdens en na de verkeersdeelname moet uitvoeren
B
Verkeerssituaties, die een bestuurder als opgave moet herkennen, waarna hij voor een bepaald gedrag moet kiezen en dit moet uitvoeren
C
Alle gedragskeuzes die je tijdens de verkeersdeelname maakt

Slide 12 - Quiz

U kunt na het spoor niet verder rijden omdat iemand daar aan het uitstappen is. Hoe handelt u het beste?
A
Rustig oprijden, het verkeer gaat weer vlot verder
B
Hier wachten tot het verkeer verder kan (zie afbeelding)
C
Achteruit rijden om voor de spoorbomen te blijven
D
Voor de spoorbomen stoppen en wachten

Slide 13 - Quiz

Waar houdt je hier rekening mee?
A
Er kunnen hier fietsers oversteken, maar je hebt gewoon voorrang
B
Dit is een gevaarlijk punt waar fietsers kunnen oversteken
C
Je moet fietsers hier voor laten gaan

Slide 14 - Quiz

Waar houdt je rekening mee bij dit bord?
A
Bestuurders aan het einde van een spitsstrook gaan nu invoegen
B
De asfalteringswerkzaamheden zijn nu afgelopen
C
Iemand met pech kan hier niet invoegen
D
Met het einde van een invoegstrook of een versmalling van of het einde van een vluchtstrook

Slide 15 - Quiz