PrOkrant_les 4

         Fase 2                                                        



Taal, Prokrant_4

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

         Fase 2                                                        



Taal, Prokrant_4

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
  • Ik kan de voor mij moeilijke woorden uit een tekst halen
  • Ik weet hoe ik achter de betekenis van een moeilijk woord kan komen
  • Ik gebruik verschillende manieren om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen.

Slide 2 - Slide

Tekst 1
'VVD en D'66 winnen verkiezingen'.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Beschrijf in je eigen woorden wat verkiezingen zijn

Slide 5 - Open question

Welke grote ‘puzzel’ moet nu gelegd worden?

Slide 6 - Open question



Wat is de Tweede Kamer?


Slide 7 - Open question

Lees het artikel op de volgende dia rustig door. Bekijk ook de foto. 

Slide 8 - Slide

Lees het artikel nu rustig door. Bekijk ook de foto.

Slide 9 - Slide


Zie jij meteen aan de foto waar het artikel over gaat? Waarom wel of niet?


Slide 10 - Open question

In het artikel kom je de woorden ‘links’ en ‘rechts’ tegen. Zoek ze op. Wat betekenen deze woorden?

Slide 11 - Open question

Is de winnaar van de verkiezingen links of rechts?
A
links
B
rechts

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Kopje       -            De VVD is samen met D'66 de winnaar van de verkiezingen

Slide 14 - Slide

Alinea 2
Kopje:
Inhoud:

Slide 15 - Open question

Alinea 3
Kopje:
Inhoud:

Slide 16 - Open question

Alinea 4
Kopje:
Inhoud:

Slide 17 - Open question

Alinea 5
Kopje:
Inhoud:

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Lees het artikel en bekijk de foto. Beantwoord dan de vragen. Kies uit de
antwoorden A, B en C. •
Wanneer was het Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie?
A
11 maart
B
20 maart
C
21 maart

Slide 20 - Quiz

Wat is racisme?
A
Het beoordelen van mensen op waar ze vandaan komen en of ze rijk zijn of niet
B
het beoordelen van mensen op de kleur van hun huid of op het volk waar ze bij horen
C
het benadelen van mensen die er anders uitzien dan jijzelf

Slide 21 - Quiz


Wat is discriminatie?

A
Het achterstellen van iemand op een oneerlijke manier, omdat hij of zij een bepaalde eigenschap heeft
B
Het beoordelen van mensen op hun uiterlijk en of ze veel geld hebben of niet
C
het benadelen van iemand die niet meedoet met de rest

Slide 22 - Quiz

Waarom maken de organisatoren van de demonstraties zich zorgen?
A
Over de corona-besmettingen onder de demonstranten van afgelopen zondag
B
Over de Nederlandse politiek die rechtser is geworden en daardoor minder zal doen tegen racisme en discriminatie
C
Over de kans dat er geweld op de demonstraties gebruikt zou worden

Slide 23 - Quiz

Vind jij het goed dat er gedemonstreerd is?

Slide 24 - Poll

Deze vraag gaat over leestekens, bijvoorbeeld punten en komma’s.
Leestekens helpen om een tekst goed te kunnen lezen.
Hoeveel komma’s tel je in het artikel?

Slide 25 - Open question

Welke leestekens ken je nog meer, behalve de komma en de punt? Noem er minstens drie.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

Waarom komen er waarschijnlijk geen versoepelingen?

Slide 28 - Open question

Welke versoepeling van de regels zou jij graag zien?

Slide 29 - Open question