2K4 Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schriftt
   Pen
  iPad
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom!
1
WELKOM!
2
 Schriftt
   Pen
  iPad
Wat ligt er op je tafel?
Log in op lessonup.app

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

4.7 Bladzijde 171-173 
Opdrachten 8,9 en 10
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

4.8 Bladzijde 173-174
Opdrachten 11,12 en 13
timer
15:00

Slide 6 - Slide

‘Ik’ is een persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord.
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 7 - Quiz

Persoonlijk of bezittelijk? Is dat [onze] tas of die van [jou]?
A
onze = persoonlijk, jou = persoonlijk
B
onze = bezittelijk, jou = persoonlijk
C
onze = persoonlijk, jou = bezittelijk
D
onze = bezittelijk, jou is bezittelijk

Slide 8 - Quiz

Benoem de woordsoorten
1. Hij kijkt naar ONS.
2. Dat is ONS huis.
A
1 = bezittelijk 2 = bezittelijk
B
1 = persoonlijk 2 = bezittelijk
C
1 = bezittelijk 2 = persoonlijk
D
1 = persoonlijk 2 = persoonlijk

Slide 9 - Quiz

Ik snap het bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord nu...
A
heel goed
B
redelijk
C
nog niet helemaal
D
totaal niet

Slide 10 - Quiz

bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord?
Oké, dat is dan ons cadeau voor jou.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 12 - Open question