MV + BN

Nederlands 16-5
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Huiswerkcontrole 
  3. Basis korte uitleg + zelfstandig werken
  4. Kader uitleg meewerkend voorwerp + samen opdrachten maken
  5. Basis nakijken gemaakte opdrachten
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 16-5
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Huiswerkcontrole 
  3. Basis korte uitleg + zelfstandig werken
  4. Kader uitleg meewerkend voorwerp + samen opdrachten maken
  5. Basis nakijken gemaakte opdrachten

Slide 1 - Slide

Huiswerkcontrole
basis: 1 t/m 3, 6 + 7 op blz. 148

Slide 2 - Slide

Grammatica woordsoorten
Bij Grammatica Woordsoorten benoem je ieder woord in de zin. 

Je kent:
WW - Werkwoorden --> dingen die je kan doen
LW - Lidwoorden --> de, het, een
ZN - Zelfstandig naamwoorden --> mensen, dieren, dingen en namen

Slide 3 - Slide

Grammatica woordsoorten
LW - lidwoorden & WW - werkwoorden
In de vakantie heb ik gefietst, gegamed, gezond en gelezen.

Zelfstandig naamwoorden
Meneer Leferink is druk met het voorbereiden van de oefenexamens wiskunde

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord.

In dit zonnige weekend ga ik nieuwe, grote planten kopen.

Slide 5 - Slide

Basis werken
Wat ga je doen?
  1. Lees eerst het groene blok op blz. 186
  2. Maak daarna opdrachten 1 t/m 6 op blz. 186-188

Na de uitleg aan kader gaan we de opdrachten bespreken.
Uiteindelijk zijn bovenstaande opdrachten huiswerk voor morgen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Meewerkend voorwerp
In zinnen met een LV kan ook een meewerkend voorwerp (MV) staan. 

Een meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is of aan wie iets verteld/gegeven wordt. 

Stel de vraag: aan/voor wie + rest zinsdelen

Slide 8 - Slide

Meewerkend voorwerp
Ik geef jou een dikke zoen.

PV: geef
WW GEZ: geef
OW: (wie geeft?) ik 
LV:  (wat geef ik?): een dikke zoen
MV: (aan wie geef ik...?): jou

Slide 9 - Slide

Meewerkend voorwerp
Meneer Leferink en mevrouw Meurs vertellen aan elkaar hoe de oefenexamens zijn gegaan.

  • PV: vertellen
  • WW GEZ: vertellen zijn gegaan
  • OW: Meneer Leferink en mevrouw Meurs
  • LV: hoe de oefenexamens 
  • MV: aan elkaar

Slide 10 - Slide

Oefenen
We maken samen opdracht 1 op blz. 113

Maak daarna de opdracht 3,4 en 5

Dit is huiswerk voor de les van morgen

Slide 11 - Slide