H8 Conserveren door remming van micro-organismen

Conserveren door remming van micro-organismen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MicrobiologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Conserveren door remming van micro-organismen

Slide 1 - Slide

Leefomstandigheden micro-organismen

Aanwezigheid van voldoende voedingsstoffen
Aanwezig- of afwezigheid van zuurstof 
De aanwezigheid van voldoende vocht
Een neutrale pH-waarde
Een gunstige temperatuur
De afwezigheid van groei-remmende stoffen

Slide 2 - Slide

Toevoegen van groei-remmende stoffen
Suiker
Zout

Osmotische waarde wordt hoger
Vrij water wordt gebonden

Slide 3 - Slide

Toevoegen van groei-remmende stoffen
Alcohol
Beschadiging eiwitten in celmembraan
Remming enzymatische processen

Zuren
pH daalt

Slide 4 - Slide

Groei-remmende methoden
Koelen
  • vertraagde groei bacteriën
  • verlenging lag-fase (aanpassingsfase)
  • voorkomen bederf
  • geen afdoding

Slide 5 - Slide

PAAF-groep
Pseudomonas, Alcaligenes, Acinetobacter & Flavobacterium
Koelkastbedervers
Bederven eiwit-rijke producten

Slide 6 - Slide

Diepvriezen
Micro-organismen in slaapstand
Bij ontdooien groeien micro-organismen verder

Chemisch, enzymatisch en fysisch bederf gaat wel door

Slide 7 - Slide

Blancheren
Korte hittebehandeling voor het invriezen
Deel van de (pathogene) micro-organisme worden gedood.

Slide 8 - Slide

Drogen
Vergroot houdbaarheid product
Ontrekt water, lagere aw-waarde


Slide 9 - Slide

Hete lucht droger
Op een lopende band door een tunnel
80 - 120 graden 
1 tot 2 uur
Aan het begin de heetste lucht

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Roken
Beukenhout of eikenhout

koud roken
warm roken
20 - 30 graden 
rook niet voor verwarmd
direct boven of in de buurt van brandende hout
textuur product niet aangetast
textuur product harder en droger
(bijna) geen afdoding micro-organismen
bacterie-dodend effect
specifieke rooksmaak, vertragen vetoxidatie

Slide 13 - Slide

Welke van de volgende producten worden geconserveerd met behulp van suiker?
A
Zoetzure augurken
B
Cake
C
Jam
D
Melkpoeder

Slide 14 - Quiz

De conserverende werking van alcohol berust op het onttrekken van water aan micro-organismen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

De conserverende werking van suiker berust op het onttrekken van water aan micro-organismen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Welke van de volgende producten kan niet worden geconserveerd met behulp van drogen?
A
zoetzure augurken
B
melk
C
vis
D
groenten

Slide 17 - Quiz

Pseudomonas behoort tot de PAAF-groep. Wat is een kenmerkende eigenschap van de PAAF-groep?
A
Psychrofiel
B
Grampositief
C
Bolvormig
D
Voorkeur voor een lage aw

Slide 18 - Quiz

Toevoegen conserveringsmiddelen
<1 % toevoegen
remmende werking op de groei
nauwelijks invloed op geur of smaak
remmen enzymactiviteit


Slide 19 - Slide

Toevoegen conserveringsmiddelen
Warenwet
E-nummers

Geen hogere concentraties dan noodzakelijk
Technologische noodzaak 

Slide 20 - Slide

ADI-waarde
Aanvaardbare dagelijkse inname 

Hoeveelheid conserveermiddel die de consument zonder risico in kan nemen

Slide 21 - Slide

Vier groepen
  1. Minerale zouten, zoals nitriet en sulfiet
  2. Voedingszuren, waaronder benzoëzuur, sorbinezuur, melkzuur en propionzuur
  3. Antibiotica, zoals natamycine en nisine
  4. Antioxidanten, zoals vitamine C. Zorgen dat oxidatie tegengegaan wordt

Slide 22 - Slide

Werkingsspectrum conserveringsmiddelen

Slide 23 - Slide

Tegen welke groep micro-organismen is nitriet speciaal gericht?
A
Bacteriën
B
Gisten
C
Schimmels

Slide 24 - Quiz

Welk schimmelwerend middel wordt toegepast op het oppervlak van (droge) worst en kaas?
A
lysosym
B
natamycine
C
nisine
D
aflatoxine

Slide 25 - Quiz

Wat heb je geleerd?
Hoe de groei van micro-organismen kan worden geremd door de leefomstandigheden ongunstig te maken
Welke methoden de voedingsmiddelindustrie toepast om de groei van micro-organismen te remmen
Wat de remmende werking van de besproken conserveringsmethoden is

Slide 26 - Slide

Wat heb je geleerd?
Welke vier groepen conserveermiddelen er zijn
Wat de werking van de verschillende conserveermiddelen is
Welke conserveermiddelen je in welk product of welke productgroep toepast. 

Slide 27 - Slide