5.11

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.11
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.11
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 228

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- weet je dat mensen in verschillende situaties verschillende soorten taal gebruiken. 
- weet je uit welke taal leenwoorden komen. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 9 + 10 op blz. 228 t/m 230.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Wat is een leenwoord?
A
Een woord dat uit een vreemde taal is overgenomen.
B
Een woord met een bijzondere betekenis.
C
Een woord waarvan de betekenis vergeten is.

Slide 6 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
piano
D
raam

Slide 7 - Quiz

Welk woord is géén leenwoord?
A
café
B
visite
C
graag
D
bureau

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 5 (-3) op blz. 226 t/m 228.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

4. Instructie
Kijk en en lees mee op de volgende dia. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Uit welke taal komt het volgende woord:
spaghetti

Slide 13 - Open question

Uit welke taal komt het volgende woord:
croissant

Slide 14 - Open question

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 9 + 10 op 
blz. 228 t/m 230.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 9 a t/m c.

Slide 15 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 5.11, blz. 228 t/m 230, opdr. 9 + 10 --> Niemand
B: les 5.11, blz. 228 t/m 230, opdr. 9 + 10  --> namen lln
I: les 5.11, blz. 228 t/m 230, opdr. 9 + 10 --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 16 - Slide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 17 - Slide

Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen

Slide 18 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord 'laptop'?
A
Frans
B
Duits
C
Chinees
D
Engels

Slide 19 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord 'piano'?
A
Italiaans
B
Engels
C
Duits
D
Chinees

Slide 20 - Quiz

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
5.11 opdracht 9 + 10

Toetsen: 
...
geen

Slide 21 - Slide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 22 - Slide