Woche 39

V5 Duits, Woche 39
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 160 min

Items in this lesson

V5 Duits, Woche 39

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Beginopdracht
Versie A
Versie B
gericht
maandenlang
daar valt niets tegenin brengen
geld opnemen van de rekening
de vrije hand laten
een lening afsluiten
achter de schermen kijken
een aanbeveling doen
koopwoede hebben
niet meer onder controle hebben

Slide 3 - Slide

Beginopdracht
Versie A
Versie B
het consumptiepatroon
de frustratie
fulltime
gericht
koopwoede hebben
voldoen aan de behoeften
een lening afsluiten
een aanbeveling doen
achter de schermen kijken
niet meer onder controle hebben

Slide 4 - Slide

Diese Woche:
Dienstag (50 Min.)

KLT: 
Goethe Test 4
Deutsche Welle
Donnerstag (50 Min.)

Idioom
Summertime
- vragen S. 104-111
bespreken
- S. 111-120
Montag (50 Min.)

AusBlick:
Lektion 2 GR1
AB 2

Slide 5 - Slide

Diese Woche:
Montag (50 Min.)

AusBlick:
Lektion 2 GR1
AB 2
Freitag (100 Min.)

Idioom
KLT: 
Goethe Test 4
Deutsche Welle
Summertime:
- vragen S. 104-111 bespreken
- S. 111-120

Slide 6 - Slide

Lektion 2 GR1: Finale Angaben
Finale Angaben --> gaan altijd om een doel (Zweck, Ziel)

2 manieren om een finale Angabe te schrijven in het Duits, met behulp van een werkwoord:

1. damit = zodat (denk aan ", dass"-constructie van L1GR2 --> 2 ow)
Ik geef jullie nu de opdracht, zodat jullie geen huiswerk hebben.
// Ich gebe euch jetzt die Aufgabe, damit ihr keine Hausaufgaben habt.

2. um ... zu = om ... te (denk aan "Infinitiv + zu"-constructie van L1GR2 --> 1 ow)
Ik doe aan sport om fit te blijven // ich mache Sport, um fit zu bleiben.
// Ich gebe euch jetzt die Aufgabe, damit ihr keine Hausaufgaben habt.

Slide 7 - Slide

damit (= opdat, zodat)

--> Combinatie van hoofd- en bijzin

- Ich gebe euch die Hausaufgaben für Freitag jetzt schon, damit ihr sie zeitig machen könnt. (pv aan einde)

- Peter lässt seinen Fahrradschlüssel neben seinem Fahrrad liegen, damit Anna ihn/es später benutzen kann.
(pv aan het einde)

um ... zu (= om te)

--> Combinatie van hoofd- en bijzin

- Wir brauchen die Antworten der Hausaufgaben, um gut für den Test lernen zu können.  (Modalverb altijd op het einde!)

- Ich lerne Deutsch, um in Deutschland studieren zu können.

Slide 8 - Slide

Verschil tussen damit en um...zu
damit --> 2 verschillende onderwerpen in hoofd- en bijzin  (denk aan 
", dass" van Lektion 1 GR2) 
("Ich gebe euch die Hausaufgaben für Freitag jetzt schon, damit ihr sie zeitig machen könnt.")

um ... zu --> 1 onderwerp in hoofdzin, zou hetzelfde zijn in bijzin  (denk aan "Infinitiv+zu" van Lektion 1 GR2)
("Wir brauchen die Antworten der Hausaufgaben, um gut für den Test lernen zu können." --> "Wir brauchen die Antworten [...], damit wir gut für den Test lernen können.")

Slide 9 - Slide

Samenvattend
- damit = opdat/zodat. Gebruik je als voegwoord in combinatie met een werkwoord. Het onderwerp van de hoofd- en bijzin verschilt.

- um ... zu = om te. Gebruik je als voegwoord in combinatie met een werkwoord. Het onderwerp van de hoofd- en bijzin is hetzelfde.

Slide 10 - Slide

An die Arbeit
AB Aufgabe 2 (S. 28-29)
Maak zinnen met damit of um ... zu. Let op: kijk goed naar het onderwerp van de hoofd- en bijzin (hetzelfde = gebruik um ... zu, anders = gebruik damit)


Slide 11 - Slide

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken:

- Leren: 

Slide 12 - Slide

Hausaufgaben für Donnerstag
- Maken:

- Leren: 



Slide 13 - Slide

Hausaufgaben für Montag
- Maken: 

- Leren: 



Slide 14 - Slide