conflict hantering

conflictsituatie en conflicthantering
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

conflictsituatie en conflicthantering

Slide 1 - Slide

conflict

Slide 2 - Mind map

omgaan met
een conflict

Slide 3 - Mind map

soorten conflicten:
  • Inhoudelijk conflict
  • Belangenconflict
  • Sociaal-emotionele conflicten

Slide 4 - Slide

conflicthanteringsstijl

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

wat is een angststoornis?
A
Bang zijn voor spinnen
B
psychische aandoening waarbij de angst geen reële basis heeft en de betrokkene sociale problemen door de angst ondervindt.
C
psychische aandoening waarbij mensen hallucineren en daar angstig van worden
D
een stoornis waarbij mensen altijd angstig zijn.

Slide 8 - Quiz

Wat is een Burn-out
A
spanning of druk die iemand langdurig ervaart
B
Een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijks leven als gevolg van een ingrijpende gebeurtenis.
C
Het lichamelijk en emotioneel opgebrand zijn als gevolg van langdurige stress, waardoor mensen lange tijd niet meer in staat zijn te functioneren
D
psychische stoornis waarbij sprake is van ernstige en langdurige neerslachtigheid.

Slide 9 - Quiz

draaglast is....
A
De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart
B
de belasting die iemand aankan
C
Een slecht verleden wat iemand met zich mee draagt
D
natuurlijk verdedigingsmechanisme

Slide 10 - Quiz

welk antwoord is de juiste uitleg van het begrip sociale steun
A
helpen van mensen
B
de hulp die iemand krijgt om te voorzien in de basisbehoeften wat betreft contact met andere mensen.
C
Het op bezoek gaan bij iemand die alleen is
D
Veel met mensen omgaan en daardoor veel sociale contacten opbouwen

Slide 11 - Quiz

Wanneer heb je een conflict?
A
Wanneer jou belang niet verenigbaar is met die van de ander
B
Wanneer je elkaar uitscheld
C
Wanneer jij je zin krijgt
D
Wanneer jij iemand anders zijn zin geeft.

Slide 12 - Quiz

wat is een crisisteam?
A
Een groep cliënten die voor paniek in de groep zorgt.
B
een groep mensen die een organisatie tijdelijk aanstuurt tijdens een noodsituatie
C
Een aangewezen groep binnen het team die problemen oplost
D
Een crisisteam bestaat niet.

Slide 13 - Quiz

Wanneer spreek je van depressie?
A
Als iemand veel tegenslagen kent
B
Als iemand verdrietig is
C
Als iemand veel zelfmedelijden heeft
D
Als iemand last heeft van langdurige neerslachtigheid

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste uitleg van het begrip doelgerichte agressie
A
agressie die op een persoon gericht is
B
agressie waarbij het doel is iets stuk te maken
C
agressie met als doel een of andere 'beloning' te krijgen
D
agressie die de cliënt heeft tegen zichzelf.

Slide 15 - Quiz

wat is de juiste uitleg van het begrip kwaadaardige agressie
A
agressief gedrag waarbij de pleger iemand anders verwondt of uit de weg ruimt of iets kapot maakt
B
Agressief gedrag waarbij de pleger erg kwaad is op de situatie
C
agressie waarbij de pleger ook mede cliënten lastig valt.
D
agressie die niet zichtbaar is maar die de cliënt wel voelt.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Link