Observeren & Rapporteren

Observeren & Rapporteren
28-03 & 29-03 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Observeren & Rapporteren
28-03 & 29-03 

Slide 1 - Slide


Observeren

Slide 2 - Mind map

Programma
Check- In
Lesdoelen
Waarom observeren?
Objectief en subjectief observeren
Observatieplan
Stappenplan
Opdracht: observatievragen formuleren
Check- Out


Slide 3 - Slide

Check- IN

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  • Student weet wat observeren is. 
  • Student kan de 7 stappen van een observatieplan benoemen
  • Student kent het verschil tussen objectief en subjectief observeren
  • Student kan observatievragen formuleren.
  • Student kan theorie koppelen aan de bijhorende werkprocessen


Slide 5 - Slide

Observeren
Observeren= 
Bij observeren gaat altijd over het gedrag en doe je zo objectief mogelijk! 

  • Wanneer je observeert, doe je dit doelgericht en volgens een bepaalde methode. 
  • Je formuleert dus altijd vooraf het doel van je observatie.
  • Je beschrijft wie, wat, waar en wanneer je gaat observeren. 

Slide 6 - Slide

Objectief en subjectief observeren
  • Wanneer je observeert, is het van belang dat je niet interpreteert. Je bent zo OBJECTIEF mogelijk!

  • Bij objectief observeren zorg je ervoor dat je niet beïnvloedt wordt door je eigen mening (of aanname), ervaring of betrokkenheid (dit noem je subjectief)

  • Hoe kijk je naar een kind? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Observatieplan
Een observatieplan stel je op, omdat je niet zomaar kunt observeren. Dit overleg je vooraf met je stagebegeleider!

Observeren is dus doelgericht. Om doelgericht te werken moet je precies weten wat en hoe je dat moet doen! Dit beschrijf je in een observatieplan.

Slide 9 - Slide

Eerst een stappenplan!
Wanneer je gaat observeren, doe je dit altijd met behulp van een vast stappenplan:

Stap 1: Begin situatie
Stap 2: Achtergrondinformatie
Stap 3: Observatie, doelgroep + observatiedoel
Stap 4: observatievragen
Stap 5: Observatiemoment
Stap 6: Observatiehulpmiddelen
Stap 7: Manier van rapporteren 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stap 1: beginsituatie
Aanleiding voor de observatie?
Dus waarom observeren?...

Mogelijke onderwerpen:
- klachten?
- Vermoedens?

Voorbeeld: Jasmijn gedraagt zich anders dan voorheen, ze is stiller en heeft minder contact met de andere kinderen. 



Slide 12 - Slide

Stap 2: achtergrondinformatie
Wat weet je al over het kind of de situatie?
1. Kind gegevens: leeftijd, geslacht, medicijngebruik?
2. Thuissituatie: Opvoeders, broers/ zussen, werk ouders
3. Gedrag: Ontwikkelt het kind zich naar zijn leeftijd?

Slide 13 - Slide

Stap 3: Observatie doelgroep+ observatiedoel
1. Observatiedoelgroep:
- Wie ga je observeren?
- Een kindje of een groep kinderen?
- I.v.m privacy: maak het annoniem
2. Observatiedoel
- Wat wil je te weten komen?
observatiedoel beginnen met: 
- 'ik wil weten'...
- 'Ik wil weten hoe het komt dat...ik wil weten waarom...






Slide 14 - Slide

Stap 4: Observatievragen
Op welk gedrag en welke activiteit ga je precies letten?
Op welke vragen wil je na de observatie antwoord hebben?

-> Vragen sluiten aan bij de doel!

Voorbeeld:
- Tijdens welke activiteit slaat Kim een ander kindje?
- Welke kind wordt door Kim geslagen?
- Op welke moment van de dag slaat Kim?
- Wordt een PW'r door Kim geslagen?




Slide 15 - Slide

Stap 5: observatiemoment
Op welke moment?
- datum, tijdstip en plaats?
Hoe lang?
Hou rekening met observatiedoel!

voorbeeld: Ik ga Kim observeren op 2 april, tussen 12-12.15 uur tijdens het buitenspelen op het schoolplein. 

Slide 16 - Slide

Stap 6: observatiehulpmiddelen
Welke hulpmiddelen ga je inzetten?
- Stopwatch
- Pen en Papier
- laptop/ tablet
- camera/ mobiel
- Observatieformulier (Afhankelijk van de gekozen observatiemethode)

Voorbeeld:
Kwalitatieve observatie: vaak genoeg aan pen/ papier / laptop
Kwantitatieve observatie : vaak nog extra stopwatch/ lijst gedragingen 



Slide 17 - Slide

Stap 7: manier van rapporteren 
 Hoe breng je het verslag uit aan je collega's?
1. Mondeling of schriftelijk
2. Waarom?
3. Wat zijn de voor en nadelen van deze manieren?

Slide 18 - Slide