Les 7 hoofdstuk 1 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 1 Spelling

Pak je boek erbij op bladzijde 56 en je iPad!

Afspraken in de klas

• Telefoons in telefoontas
• Jassen blijven buiten het lokaal en tassen op de grond
• Je steekt je vinger op als je iets wil vragen of antwoord wil geven
• We laten elkaar uitpraten.
• 1 waarschuwing => daarna naam op het bord => daarna straf

Wat gaan we in deze les doen?

• Huiswerk controleren en nakijken
• Herhalen theorie van de vorige les
• Opdracht 7 en 8 maken
• Nieuwe theorie behandelen

Nakijken 

Opdracht 4, 5 en 6

Een zin eindigt altijd met een punt.

1. Waar
2. Niet waar

Leestekens maken het lezen makkelijker.

1. Waar
2. Niet waar

Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.

1. Waar
2. Niet waar

Als je een aantal dingen opsomt, zet je daar één of meer komma's tussen.

1. Waar
2. Niet waar

Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.

1. Waar
2. Niet waar

Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.

1. Waar
2. Niet waar

Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma

1. Waar
2. Niet waar

Tegenwoordige tijd van werkwoorden

• Er zijn twee vormen:

1. Ik - vorm
2. Ik - vorm + t  

• Hoe maak je deze twee vormen?

Aan de slag!

• Jullie gaan opdracht 7 en 8 maken
• Dit doen jullie alleen en in stilte
• Klaar? Lees het theorieblokje 'tegenwoordige tijd van werkwoorden' op bladzijde 58
• Jullie werken 10 minuten 

Voor de volgende les:

• Huiswerk: Lezen ' tegenwoordige tijd van werkwoorden' op bladzijde 58 van je boek en maak opdracht 8, 11, 12 en 13
• Schrijf dit op in je Plenda!