2B -vr121121

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger 
  • Corriger 
  • Extra oefenen bijv. nw. 
  • Les devoirs

But: iemand kunnen beschrijven a.d.h.v. bijvoeglijk naamwoord


Slide 2 - Slide

Interroger

Slide 3 - Slide

Vous habitez dans une .... maison
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 4 - Quiz

Nous avons un .... chien
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 5 - Quiz

Vous avez des chiens ...
A
adorable
B
adorables
C
adorablee

Slide 6 - Quiz

Elle porte une jupe ...
A
rouge
B
rouges

Slide 7 - Quiz

J'ai des .... copains
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 8 - Quiz

Tu as vu des .... films? (mnl, mv)
A
beau
B
belle
C
beaux
D
nouvelles

Slide 9 - Quiz

Grammaire
  • Mon père est grand, mais ma mère n'est pas grande
  • Mes cousines ne sont pas petites, mais grandes

  • Bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of meervoud)
  • Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

Slide 10 - Slide

Grammaire
mannelijk enkelvoud
-
vrouwelijk enkelvoud
+e
mannelijk meervoud
+s
vrouwelijk meervoud
+es

Slide 11 - Slide

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -e?
Dan géén extra -e bij vrouwelijk enkelvoud. 

rood = rouge 
la maison rouge 

Slide 12 - Slide

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -s?
Dan géén extra -s bij mannelijk meervoud. 

grijs = gris
le souris gris --> les souris gris

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen
mannelijk ev
vrouwelijk ev
mannelijk mv
vrouwelijk mv
goed/lekker
bon
bonne
bons
bonnes
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 14 - Slide

Corriger ex. 16
  1. grand - grande - grands - grandes
  2. important - importante - importants - importantes
  3. noir - noire - noirs - noires
  4. bleu - bleue - bleus - bleues 

Slide 15 - Slide

Corriger ex. 16
  1. petite 
  2. grand
  3. allemande
  4. courts
  5. intéressantes

Slide 16 - Slide

Corriger ex. 16
  1. anglais
  2. grande
  3. importante 
  4. facile
  5. enthousiaste

Slide 17 - Slide

Corriger ex. 17
  1. vieille
  2. beau
  3. vieux
  4. nouvelle
  5. bonne 

Slide 18 - Slide

Corriger ex. 17
  1. nouvelle
  2. beau
  3. grand
  4. vieux
  5. bonne 

Slide 19 - Slide

Ton idole
  1. Zoek een plaatje op van jouw idool
  2. Kopieer deze in Word 
  3. Omschrijf de persoon in 5 zinnen met in elke zin minstens 1 bijvoeglijk naamwoord. 
  4. Let op de vervoegingen van het bijv. nw! 
  5. Sla het op en verstuur het document via Teams of mail: a.kolff@cvo-av.nl

Slide 20 - Slide

Ton idole
  1. Elle est belle
  2. Elle porte un jean bleu
  3. Elle est grande
  4. Elle porte un T-shirt rouge 

Slide 21 - Slide

Les devoirs
Mardi 16 novembre 

Apprendre: blokje A, B en E + uitleg bijv. nw
Faire: opdracht ton idole





Slide 22 - Slide