This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Pak je spullen
Maak de opgaven 22 en 24
timer
5:00
Zs
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Wanneer reagerende stoffen niet in de juiste verhouding bij elkaar gedaan worden, kun jij berekenen welke van de stoffen in overmaat aanwezig is, en hoeveel.
Je kunt met behulp van het periodiek systeem de molecuulmassa van een molecuul berekenen in u (de atomaire massa-eenheid)
Slide 2 - Slide
Planning
Uitleg en oefenen (15 min)
Zelfstandig werken (10 min)
Uitleg en oefenen (15 min)
Zelfstandig werken (10 min)
Herhalen (10 min)
Slide 3 - Slide
Overmaat
Vaak worden de stoffen die reageren niet in de juiste massaverhouding toegevoegd. In dat geval reageert 1 van de stoffen tot hij op is. De andere stof blijft over.
Je zegt van de stof die overblijft: Deze stof is in overmaat
Slide 4 - Slide
Magnesium en zuurstof reageren met elkaar in een massaverhouding van 3:2. Je laat 12 gram magnesium reageren met 9 gram zuurstof. Welke stof is dan in overmaat aanwezig?
A
Magnesium
B
Zuurstof
Slide 5 - Quiz
Je laat 4,6 gram koper reageren met een overmaat zuurstof. Van het product, koperoxide, ontstaat 23 gram. In welke massaverhouding reageren koper en zuurstof?
A
1:4
B
1:5
C
4:1
D
5:1
Slide 6 - Quiz
3 g magnesium reageert met precies 2 g zuurstof tot magnesiumoxide. Men laat nu 36 g magnesium reageren met 26 g zuurstof. Hoeveel blijft er van welke stof over?
A
4 gram magnesium
B
2 gram zuurstof
C
magnesium en zuurstof
D
geen van beide
Slide 7 - Quiz
Zs
Maak de opgaven van H3 t/m 26
timer
5:00
Slide 8 - Slide
Atomaire massa-eenheid u
1 kg = 1000 g
1 g = 1*10^-3 kg
1 u = 1,66*10-24 g
1 waterstofatoom (H) = 1,008 u
Slide 9 - Slide
Bereken de molecuulmassa van water
Slide 10 - Slide
Waarom moet je altijd reactievergelijkingen kloppend maken?
Slide 11 - Slide
voorbeeldopgave 7:
bepaal de massaverhouding tussen waterstof en zuurstof voor de verbrandingsreactie van waterstof