2.3. Assortiment

1 / 26
next
Slide 1: Slide
marketingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welk product koop jij zonder bij na te denken?

Slide 2 - Open question

Voor welk product houd je eerst een onderzoek voordat je het koopt?

Slide 3 - Open question

Welke producten hebben wij altijd nodig?

Slide 4 - Open question

De Copeland classificatie

Slide 5 - Slide

Unsought goods
Waar je niet snel aan zult denken, je weet van het bestaan, maar je wilt het nu niet aanschaffen.

Slide 6 - Slide

Convenience goods
Wil je weinig moeite doen. Koop je heel vaak zonder er echt bij na te denken.

Slide 7 - Slide

Shopping goods
Meer moeite doen. Voor je het gaat kopen ga je rondkijken en vergelijken.

Slide 8 - Slide

Specialty goods
Heel veel moeite doen. 
Je onderzoekt, vergelijkt, haalt informatie uit internet, leest reviews.

Slide 9 - Slide

Indeling van goederen naar vraag
Er is geen relatie tussen 2 producten. 

Als de vraag naar zout stijgt dan zullen de consumenten niet minder bier drinken.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aanbod en vraag
Aanboddifferentiatie
De aanbieder creëert zijn eigen assortiment
Bij de kaashandelaar kan je ook noten en wijnen vinden.

Vraagdifferentiatie
De consument vraagt naar verschillende producten.
Hebben jullie ook pinda saus? ; dat verkopen we jammer genoeg niet.
Hebben jullie ook sandisk SD-kaarten?; nee we hebben USB-Sticks.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Goederen
Indifferente goederen
- Geen relatie tussen  goederen.
Als de consument meer gaat verdienen, kopen ze niet meer trouwjurken of minder zout.
Substitutiegoederen
- Zijn goederen die elkaar kunnen vervangen.
Coca Cola wordt duurder dan koop ik ijsthee.
Complementaire goederen
- Zijn goederen die elkaar aanvullen!
Als je koffie koopt moet je ook koffiefilters kopen!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Opdracht 1.
1. Vorm koppels!
2. Maak een collage (gebruik 2 voorbeelden).
- Welke soort goed?
- Productniveau, - Productgroepsniveau, of Assortimentsniveau
- 20 min


Slide 25 - Slide

Opdracht 2.
 Zoek op internet naar voorbeelden per term:
- Breedte van het assortiment / 1 voorbeeld Small - 1 voorbeeld Breed
- Diepte van het assortiment / 1 voorbeeld Diep - 1 voorbeeld Ondiep
- Hoogte van het assortiment / 1 voorbeeld Hoog - 1 voorbeeld Laag
Geef bij elk voorbeeld waarom het past bij het term!
Gebruik niet de voorbeelden die tijdens de les besproken worden.

Maak een Document of een PowerPoint. Het document uploaden via onderstaande link.
Klik op: PADLET
20 á 30 min

Slide 26 - Slide