H/V2formuleren en spellen 4-5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Formuleren en spellen H4-5

Sjors (braden) het vlees en vaak (branden) het aan.
vul de tt in

Gisteren (bellen) hij mij, dat het weer was (gebeuren.)

1. belde gebeurt
2. belte gebeurt
3. belde gebeurd
4. belde gebeurt

maar, nu: waarom?

pas op met verhuizen en zo!

ik verhuizzzzzz

pas op met een gebod!

ga weg!

kom hier!

word lid!

zingt je broer?

zing jij?

Pas op met je en jij!

(vergoeden) de verzekering alle door de storm (aanrichten) schade?

1. vergoed - aangerichte
2. vergoedt - aangerichte
3. vergoedt - aangerichtte

Met dit masker probeer ik te (verhoeden), dat men mij (herkennen)

1. verhoedden- herkend
2. verhoeden-herkend
3. verhoeden- herkent

Een (beboeten) fietser, (ontbranden) vaak in woede jegens de agent die hem heeft (bekeuren)

1. beboette- ontbrand- bekeurt
2. beboete- ontbrandt-bekeurd
3. beboete - ontbrand - bekeurd

Maayke heeft haar vriend vaak (bespieden), omdat ze hem niet (vertrouwen)

1. bespieden-vertrouwt
2. bespood - vertrouwt
3. bespied - vertrouwd
4. bespied - vertrouwt

leestekens.....

wat aandachtspunten (nog een keer...)

de leraar riep!!!!!!!!!!!!

het kind vroeg???????????

-wat iemand zegt staat 

tussen '    '

-na een dubbele punt: (bij een citaat) een hoofdletter!

-het aanhalingsteken is altijd het laatste !

Kees jammerde: 'Hoe kon het toch gebeuren?'

: 'Hoe......

'Hoe kon het toch gebeuren?'

Na een opsomming: geen hoofdletter!

na een verklaring: geen hoofdletter!

Er zijn twee partijen verantwoordelijk: betogers en politie

Een ding staat vast: dit mag niet weer gebeuren!

namen en zo...

tussenvoegsels

voorletter? voornaam? achternaam? iets van een voornaam? ja? dan klein.

Niet? dan (eerste)

hoofdletter!

Sandra van Wijk

Sandra van der Wijk

Mevr. S van der Wijk

Mevrouw Aalders - Van der Wijk

mevrouw Van der Wijk

Mevrouw Van der Wijk - Aalders

Professor ten Kate

1. is dus fout, want er staat geen letter, naam of ander tussenvoegsel bij!
2. is helemaal goed!

'Ik ga vanavond vroeg slapen', zei Aafke tegen haar zusje.

1. Dit is helemaal goed.
2. Nee, fout! moet zijn: 'zei Aafke tegen haar zusje.'

De windstreken schrijf je met een hoofdletter, dus Het Oosten.

1. goed zo!
2. fout

1.Ik vraag me af of het nog gaat waaien.
2. Ik vraag me af 'of het nog gaat waaien.'

1. Beide zinnen zijn fout
2. Beide zinnen zijn goed
3. Zin 1 is goed
4. Zin 2 is goed

Oefenen.

Alles maken van 4-5-6

formuleren en spelling

Zorg dat je 4 en 5 deze week af hebt!

volgende week weer op school!

fijn!

Dan H6 en herhalen

Fijne dag!

Succes!