This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Toets Evolutie
Slide 1 - Slide
Het skelet van de mens zoals dat er nu uitziet, is volgens de evolutietheorie ontstaan uit het skelet van voorouders door veranderingen in het erfelijk materiaal.
Hoe wordt zo’n verandering in het erfelijk materiaal genoemd?
A
evolutie
B
rudimentair element
C
mutatie
Slide 2 - Quiz
Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld? (kies de beste uitleg)
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door micro-evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.
Slide 3 - Quiz
met micro-evolutie wordt bedoeld...
A
de ontwikkeling van micro-organismen
B
veranderingen binnen een soort
C
evolutie die niet met het blote oog is waar te nemen
D
evolutie die weinig tijd kost
Slide 4 - Quiz
de evolutie theorie gaat uit van: veranderingen in genotype, ........ en het ontstaan van nieuwe soorten. Wat moet er op de stippellijn staan?
A
natuurlijke selectie
B
mutaties
C
voortplanting
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je het proces dat ervoor zorgt dat organismen van dezelfde soort steeds meer van elkaar gaan verschillen?
A
evolutie
B
evolutietheorie
C
isolatie
Slide 6 - Quiz
Wat is GEEN argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Rudimentaire organen
C
Overeenkomsten in cellen
D
Uitsterven van soorten
Slide 7 - Quiz
Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie
Slide 8 - Quiz
Door evolutie
A
Past een populatie zich op de lange termijn aan op het milieu
B
Kan een individu zich direct aanpassen aan het milieu
Slide 9 - Quiz
Waar staat 'fitness' voor bij evolutie?
A
hoe goed je kan overleven
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent
Slide 10 - Quiz
7. Wat heb je niet nodig voor evolutie?
A
reproductieve isolatie
B
natuurlijke selectie
C
geslachtelijke voortplanting
D
genetische variatie
Slide 11 - Quiz
poolhaas
Slide 12 - Slide
Leg uit hoe de poolhaas aan zijn witte vacht is gekomen. Gebruik de volgende termen: - natuurlijke selectie -mutatie -variatie binnen de soort -survival of the fittest - evolutie
Slide 13 - Open question
leg uit hoe in een poulatie sneeuwhazen verschillen in fenotypen konden ontstaan.
Slide 14 - Open question
Door geslachtelijke voortplanting gaat de evolutie...….. bij ongeslachtelijke voortplanting
A
sneller dan
B
langzamer dan
C
even snel als
Slide 15 - Quiz
Voorbeeld van natuurlijke selectie
(survival of the fittest)
van evolutie
Slide 16 - Slide
Evolutie
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
start H4 - evolutie
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Leerdoelen
Leerdoelen:
De definitie van evolutie kennen
De drie pijlers van de evolutietheorie kennen en kunnen toepassen