This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Verbranding & Ademhaling KGT
Slide 1 - Slide
Alleen als het koud is, adem je waterdamp uit.
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
De functie van de neusharen is het tegenhouden van grote stofdeeltjes.
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
In uitlaatgassen van een auto zit koolstofdioxide.
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Een meisje loopt rustig naar school. Plotseling ziet zij een eind voor zich een vriendin lopen. Het meisje gaat rennen om haar vriendin in te halen Tijdens het rustige lopen komt er in het lichaam van het meisje meer warmte vrij dan tijdens het rennen.
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Als je slaapt, vindt er in je lichaam geen verbranding plaats.
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Vet is de meest gebruikte brandstof in het menselijk lichaam.
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Op welke plaats bevindt zich bloed dat rijk is aan koolstofdioxide?
1
2
3
P
Q
A
plaats 1
B
plaats 2
C
plaats 3
Slide 8 - Quiz
Welk nummer geeft de plaats aan waar de lucht tijdens een uitademing naartoe stroomt?
1
2
3
A
1
B
2
C
3
Slide 9 - Quiz
Welk nummer geeft de plaats aan waar ingeademde lucht het eerst terechtkomt?
1
2
3
A
1
B
2
C
3
Slide 10 - Quiz
Een docent vraagt aan drie leerlingen hoe het komt dat de gaswisseling in de longen snel kan plaatsvinden. Rudolf antwoordt: ‘Doordat de longblaasjes een dunne wand hebben.’ Sander antwoordt: ‘Doordat een longblaasje een klein oppervlak heeft.’ Tijmen antwoordt: ‘Doordat alle longblaasjes samen een groot oppervlak hebben.’ Wie heeft/ of hebben gelijk?
A
Rudolf en Sander
B
Sander en Tijmen
C
Rudolf en Tijmen
D
geen van allen
Slide 11 - Quiz
Bij de verbranding van een kaars komt energie vrij. In welke vorm(en) komt deze energie vrij?
A
beweging en warmte
B
warmte en koolstofdioxide
C
licht en koolstofdioxide
D
licht en warmte
Slide 12 - Quiz
Water speelt een rol bij de verbranding van een kaars. Wat voor rol?
A
bij de verbranding van een kaars ontstaat water als verbrandingsproduct
B
bij de verbranding van een kaars wordt water verbruikt
C
bij de verbranding van een kaars wordt water omgezet in energie
D
bij de verbranding van een kaars wordt energie omgezet in water
Slide 13 - Quiz
Wat is de functie van de trilhaarcellen in het neusslijmvlies?
A
het produceren van slijm
B
het opvangen van stofdeeltjes en ziekteverwekkers
C
het keuren van de binnenstromende lucht
D
het verplaatsen van slijm naar de keelholte
Slide 14 - Quiz
Hoe heet deel 6?
A
bronchie
B
long
C
longblaasje
D
luchtpijp
Slide 15 - Quiz
Hoe heet deel 7?
A
bronchie
B
long
C
longblaasje
D
luchtpijp
Slide 16 - Quiz
Hoe heet deel 8?
A
bronchie
B
long
C
longblaasje
D
luchtpijp
Slide 17 - Quiz
Waar vindt de gaswisseling plaats?
A
in de mondholte
B
in de bronchien
C
in de longblaasjes
D
in de luchtpijp
Slide 18 - Quiz
Waar zitten geen kraakbeenringen in.
A
5
B
7
C
8
Slide 19 - Quiz
1 + zuurstof → water + 2 + energie Waar staan de verbrandingsproducten, voor of na de pijl?
A
voor de pijl
B
na de pijl
C
die staan er niet bij
Slide 20 - Quiz
1 + zuurstof → water + 2 + energie Wat moet er bij 1 staan?
A
vuur
B
brandstoffen
C
verbrandingsproducten
Slide 21 - Quiz
1 + zuurstof → water + 2 + energie Wat moet er bij 2 staan?
A
waterdamp
B
benzine
C
koolstofdioxide
D
warmte
Slide 22 - Quiz
Noem 3 redenen waarom neusademhaling beter is dan mondademhaling