This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
th1c 18 juni
WELKOM
Pak je pen, tekstboek, schrift, leesboek
Slide 1 - Slide
T
Wonder
R. Palacio
Slide 2 - Slide
Boek/film Wonder
Raquel Palacio, de auteur van Wonder, haalde de inspiratie voor Wonder uit een incident dat ze zelf meemaakte.
Ze ging ooit met haar kinderen naar een ijssalon, waar haar zoontje een meisje met een ernstige gezichtsafwijking opmerkte. De jongen schrok van zijn aanblik en begon van angst te huilen. Palacio liep direct de ijssalon weer uit. Het voorval maakte diepe indruk op haar en zette haar ertoe aan een boek te schrijven.
(Bron: IMDb)
Slide 3 - Slide
DOEL
trappen van vergelijking en als/dan
- Je leert wat trappen van vergelijking zijn.
- Je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking
(zoek in je tekstboek blz. 224 op)
Slide 4 - Slide
Trappen van vergelijking
Je stelt iets vast.
Je maakt het groter
Je overtreft alles
Slide 5 - Slide
Afwijkende vergrotende en overtreffende trap
Deze moet je onthouden:
Weinig - minder - minst
Veel - meer - meest
Goed - beter - best
Graag - liever - liefst
Slide 6 - Slide
Uitzonderingen
Bij een woord dat op een -s eindigt, krijgt de overtreffende trap alleen een -t: vies - viezer - viest
Een woord dat al op -st of -sch eindigt, krijgt geen -st erachter. Je gebruikt dan het woord meest logisch - logischer - meest logisch
Slide 7 - Slide
Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Trappen van vergelijking Welke volgorde klopt?
A
stellend, overtreffend, vergrotend
B
vergrotend, stellend, overtreffend
C
overtreffend, stellend, vergrotend
D
stellend, vergrotend, overtreffend
Slide 9 - Quiz
Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van ...?
lief
A
lief, liefer, liefst(e)
B
liefst(e), liever, lief
C
lief, liever, liefst(e)
D
liever, lief, liefst(e)
Slide 10 - Quiz
De trappen van vergelijking: triest-triester-
A
triestst
B
meest triest
Slide 11 - Quiz
DOEL
- je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking
trappen van vergelijking en
als en dan
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Dus:
Is het gelijk/hetzelfde ?
- dan krijg je ALS
Is het een verschil ?
- dan wordt het DAN
Slide 14 - Slide
Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ..... zoute.
A
als
B
dan
Slide 15 - Quiz
In de eerste ronde was Eric bijna net zo snel ..... Peter.
A
als
B
dan
Slide 16 - Quiz
DE FOUTJES
Lisa is jonger als mij.
Gebruik 'dan' en 'als' niet door elkaar. 'Dan' komt altijd na een vergrotende trap.
Lisa is jonger dan ik (ben).
Slide 17 - Slide
Wendy is minstens even druk .... .
A
als mij
B
dan mij
C
als ik
D
dan ik
Slide 18 - Quiz
Robbert kan veel harder lopen .......
A
als ik
B
dan ik
C
als mij
D
dan mij
Slide 19 - Quiz
Dus:
Is het gelijk/hetzelfde?
- dan krijg je ALS
Is het een verschil?
- dan wordt het DAN
Wat is hier fout? Er zitten wel 3 fouten in!
Slide 20 - Slide
aan de slag.....
Huiswerk morgen: alle theorie toets doornemen: zijn er vragen? Morgen kun je die nog stellen.
Ga na it's Learning, methodes, Nieuw Nederlands
Ga naar cursus 6, paragraaf 4 en maak alle opdrachten
Ben je klaar? Ga naar cursus 1 Meer dan lezen, ga verder in paragraaf 8
Of ga alvast aan de slag met het huiswerk voor morgen.
Of ga in je boek naar blz. 252, puzzel 1 tm 5, antwoorden staan in de digitale methode