H4 Diffusie en Osmose en contexten

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

     Welkom! Startopdracht - examenvraag


Om te bepalen of het bloed van Riccardo geïnfecteerd was, werd het op de aanwezigheid van bacteriën onderzocht door het laboratorium. Hiervoor werd een kleurstof gebruikt die bacteriën wel kleurt maar menselijke cellen niet. ​
Aan welk deel of aan welk molecuul van de bacterie bindt deze kleurstof? ​
A. celmembraan ​    D. hemoglobine
B. celwand ​ ​            E. mitochondrium ​
C. DNA ​
timer
2:00

Slide 2 - Slide

     Welkom! Startopdracht - examenvraag


Om te bepalen of het bloed van Riccardo geïnfecteerd was, werd het op de aanwezigheid van bacteriën onderzocht door het laboratorium. Hiervoor werd een kleurstof gebruikt die bacteriën wel kleurt maar menselijke cellen niet. ​
Aan welk deel of aan welk molecuul van de bacterie bindt deze kleurstof? ​
A. celmembraan ​    D. hemoglobine
B. celwand ​ ​          E. mitochondrium ​
C. DNA ​
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Diffusie en osmose
Leerdoel:
Je kunt uitleggen wat diffusie en osmose is en toelichten welke rol osmose speelt bij stevigheid van planten

Slide 4 - Slide

Opdracht osmose tekenen
Op de afbeelding zie je een bak met in het midden een semipermeabel membraan. Aan de linkerkant van dit semipermeabele membraan zie je een suikeroplossing van 6% (oplossing 1) en aan de rechter kant is een suikeroplossing van 10% (oplossing 2) te zien. 
  • Bespreek in tweetallen wat er na enige tijd 
met de oplossing gebeurt. 
  • Teken dit in je schrift.
  • Schrijf de percentages erbij.

Slide 5 - Slide

Osmose
Moleculen kunnen niet altijd vrijuit overal naartoe bewegen. In een cel zijn stoffen buiten de cel en stoffen in de cel gescheiden door een semipermeabel membraan. 

Diffusie van water door een semipermeabel membraan noemen we osmose. 





Dit kost geen energie = passief transport
Water gaat van LAGE concentratie naar HOGE concentratie

Slide 6 - Slide

Diffusie
Stoffen verplaatsen zich zoveel mogelijk gelijk over een ruimte. Dat heet diffusie.

Opgeloste stof gaat van HOGE concentratie naar LAGE concentratie
 
Dit kost geen energie = passief transport

Slide 7 - Slide

Lagere osmostische waarde =


Hogere osmostische waarde =

Dezelfde osmostische waarde =
isotoon

Slide 8 - Slide

Opdracht osmose
Op de afbeelding zie je een bak met in het midden een semipermeabel membraan. Aan de linkerkant van dit semipermeabele membraan zie je een suikeroplossing van 4% (oplossing 1) en aan de rechter kant is een suikeroplossing van 8% (oplossing 2) te zien. 
  • Bespreek in tweetallen wat er na enige tijd 
met de oplossing gebeurt. 
  • Teken dit in je schrift.
  • Schrijf de percentages erbij.

Slide 9 - Slide

Opdracht osmose antwoord
Op de afbeelding zie je een bak met in het midden een semipermeabel membraan. Aan de linkerkant van dit semipermeabele membraan zie je een suikeroplossing van 4% (oplossing 1) en aan de rechter kant is een suikeroplossing van 8% (oplossing 2) te zien. 
Antwoord:
Na enige tijd is er meer water aan de kant van 
oplossing 2 en minder water aan de kant van 
oplossing 1. Beide oplossingen zijn daardoor 
6% geworden. 

Slide 10 - Slide

Nog een keer oefenen osmose
Op de afbeelding zie je een bak met een oplossing en in het midden een semipermeabel membraan. 
Aan de linkerkant is de oplossing 3% 
en aan de rechterkant 9%.  
  • Wat gebeurt er na enige tijd? 
  • Teken dit in je schrift.
  • Schrijf de percentages erbij.

Slide 11 - Slide

Nog een keer oefenen osmose antwoord

Slide 12 - Slide

Dierlijke cel --> geen celwand
De omgeving heeft een lagere osmotische waarde in een hypotone oplossing
<--
De omgeving heeft een hogere osmotische waarde in een hypertone oplossing
          -->
In een isotone oplossing
De omgeving is dus hypertoon en heeft dus een hogere osmotishe waarde. Water verplaatst zich van een lage osmotische waarde naar een hogere osmotische waarde. Dat betekend dat het water uit de cel naar de omgeving gaat --> de cel verschrompeld. 
De osmotische waarden binnen en buiten de cel zijn gelijk --> de rode bloedcel blijft intact. 
De omgeving is dus hypotoon en heeft dus een lagere osmotishe waarde. Water verplaatst zich van een lage osmotische waarde naar een hogere osmotische waarde. Dat betekend dat het water in de cel gaat --> de cel bavat teveel water en knapt.

Slide 13 - Slide

Plantaardige cel: celwand
Planten, schimmels en bacteriën hebben een celwand.



Slide 14 - Slide

Celwand maakt turgor en plasmolyse mogelijk
Omgeving hogere osmotische waarde
         
Omgeving lagere osmotische waarde
         

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.
A
A: water B: meest
B
A: water B: minste
C
A: opgeloste stoffen B: meeste
D
A: opgeloste stoffen B: minste

Slide 19 - Quiz

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport

Slide 20 - Quiz

Verplaatsing van zoutmoleculen van een hoge concentratie naar een lage concentratie is een vorm van
A
Osmose
B
Diffusie
C
Actief transport
D
Exocytose

Slide 21 - Quiz

Verplaatsing van water over een membraan van een lage osmotische waarde naar een hoge osmotische waarde
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport
D
Kan niet

Slide 22 - Quiz

Huiswerk

Leren 1.1 t/m 1.5

Volgende lessen: 
  • Maken oude examenopgaven
  • Formatieve toets 


Herhalen en/of extra oefenen




Slide 23 - Slide

Maken:
Opdracht 1 t/m 7 examentrainer
blz. 66 t/m 67

Slide 24 - Slide

Zie ook context leefwereld Helende honing uit het H5a boek blz 22
Dit sluit hierbij aan

Slide 25 - Slide