This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Bij welke koop wordt de klant meteen eigenaar van het gekochte product?
A
Bij huurkoop
B
Bij koop op afbetaling
Slide 7 - Quiz
Voor welke partij zitten de meeste voordelen aan huurkoop?
A
verkoper
B
koper
Slide 8 - Quiz
Bij welke goederenkredietovereenkomst wordt onder eigendomsvoorbehoud geleverd?
A
Bij koop op afbetaling
B
Bij huurkoop
Slide 9 - Quiz
Wat is een duurzame informatiedrager?
Slide 10 - Mind map
Hoe lang is de bedenktijd voor de consument bij een goederenkrediet-overeenkomst?
A
5 dagen
B
7 dagen
C
14 dagen
D
30 dagen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Wie moet de lekkende kraan in de keuken repareren?
A
de huurder
B
de verhuuder
Slide 16 - Quiz
De verwarmingsketel is stuk. Wie moet voor reparatie of vervanging zorgen?
A
de huurder
B
de verhuurder
Slide 17 - Quiz
Voor wiens rekening komt het binnen schilderwerk?
A
voor rekening van de verhuurder
B
voor rekening van de huurder
Slide 18 - Quiz
Je schildert je muren, je ladder valt om en veroorzaak schade aan de muur. Voor rekening is die schade?
A
voor jouw rekening (de huurder dus)
B
voor rekening van de verhuurder, de eigenaar van de woning
Slide 19 - Quiz
Je woont in een huurhuis. De lamp aan de buitengevel valt op de medewerker van Post NL als hij een pakje bij je bezorgt. Wie is aansprakelijk voor de schade die de medewerker van Post NL heeft opgelopen?
A
Jij bent als huurder (en houder) van de woning aansprakelijk
B
De verhuurder is als eigenaar van de woning aansprakelijk
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Je woont in een huurwoning en wilt een kamer doorverhuren aan een studente. In de huurovereenkomst is hierover niets geregeld. Mag je de kamer doorverhuren?
A
ja, hier is sprake van onderverhuur en dat is toegestaan
B
nee, onderverhuur is niet toegestaan
C
ja, hier is sprake van wederverhuur en dat is toegestaan
D
nee, wederverhuur is niet toegestaan
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
De verhuurder heeft jou in een aangetekende brief laten weten dat hij de huurovereenkomst wil beëindigen. Jij reageert niet op zijn opzegging. Mag hij er nu van uitgaan dat je akkoord gaat met de opzegging?
A
Ja, want wie zwijgt, stemt toe
B
Nee, de verhuurder moet nu een vordering tot huurbeëindiging indienen bij de kantonrechter
Slide 24 - Quiz
De kantonrechter mag, vanwege de huurbescherming, alleen toetsen aan de vijf opzeggingsgronden
A
Dat is juist
B
Nee, de rechter mag de huuropzegging ook op andere gronden toekennen