This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Samenstellingen
H4 - Spelling
2H / 2V
Slide 1 - Slide
Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een samenstelling:
fiets + tas = fietstas. Soms moet je tussen die twee woorden tussenletters toevoegen: -(e)n-, -e- of -s-.
Slide 2 - Slide
Zo bepaal je of je een -s- moet toevoegen
• Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook:
– meningsverschil, Valentijnsdag.
Slide 3 - Slide
• Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint. Schrijf de -s- alleen als je hem bij de vervanging hoort:
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden:
paardenbloem, berenvel.
Slide 5 - Slide
Schrijf geen -(e)n- (maar soms wel -e-) in deze gevallen:
• Het eerste deel heeft geen meervoud: rijstepap.
• Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is: zonnestraal, maneschijn.
• Het eerste deel heeft (ook) een meervoud op -s: (seconde – seconden/secondes) – secondewijzer.
• Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord: knarsetanden (het eerste deel verwijst naar een werkwoord), armelui, blindedarm (het eerste deel is een bijvoeglijk naamwoord).
• Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: reuzefijn.
Slide 6 - Slide
Even oefenen...!
Slide 7 - Slide
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
rijst+vlaai
Slide 8 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
montage+ afdeling
Slide 9 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
ruimte+ gebrek
Slide 10 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
stad +schouwburg
Slide 11 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
plat + grond
Slide 12 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
knarsen+ tanden
Slide 13 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
geboorte + golf
Slide 14 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
dag + raad
Slide 15 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
gerst + pap
Slide 16 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
paard + staart
Slide 17 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
opname + wagen
Slide 18 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
hart + lust
Slide 19 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
verkeer + slachtoffer
Slide 20 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
tarwe + korrel
Slide 21 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
spin + web
Slide 22 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
slijtage + plek
Slide 23 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
recht + zaal (tip: vervang het tweede woord!)
Slide 24 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
collecte + bus
Slide 25 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
linze + soep
Slide 26 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden.
lachen + bek
Slide 27 - Open question
Maak een samenstelling van de gegeven woorden. gemeente + huis