week 20 uiterlijk + karakter beschrijven

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • describir el aspecto físico
  • describir el carácter
Miércoles, 17 de mayo
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • describir el aspecto físico
  • describir el carácter
Miércoles, 17 de mayo

Slide 1 - Slide

Agenda
Noteer alvast in je agenda.

Woensdag 24 mei: SO over tarea 1
woordjes van 1.1 (familie) en 2.1 (kledingstukken)


werkwoorden tarea 1.3: ser, tener en llamarse
bezittelijk voornaamwoord: tarea 1.5

Slide 2 - Slide

vamos a controlar
Open je Libro de alumno op pagina 50 en luister naar opdracht 2.
Noteer onder de foto welk fragment bij welke persoon hoort.  

Slide 3 - Slide

¡Ahora tú!
Beschrijf het uiterlijk én de kleding van de personen in de volgende dia. Doe dit in je schrift. 
We bespreken het in volgende les!
Let goed op dat je de werkwoorden vervoegt.

Slide 4 - Slide

Karakter beschrijven
Woordenlijst 3.2
Zoek de betekenis van de ontbrekende woorden op en vul je woordenlijst verder in. 
Vamos a controlar

Slide 5 - Slide

Mindmap
Welke woorden heb je geleerd om het uiterlijk en karakter van een persoon te beschrijven?
Maak een mindmap.
 
Module pág. 41
Vamos a controlar

Slide 6 - Slide

Stamboom
Maak een stamboom van je eigen familie of een fantasiefamilie. Teken de personen en maak een korte beschrijving van hun uiterlijk en karakter. 
Op een los blaadje!
Vamos a presentar

Slide 7 - Slide

Vamos a practicar
LE: ej. 3.10 en 3.11
Klaar?
Beschrijf het uiterlijk en de kleding van 3 figuren in de volgende dia. 

Slide 8 - Slide

tiene
tiene
es
lleva
llevan
son
soy

Slide 9 - Slide

delgado
serio
ojos verdes
vestido azul

Slide 10 - Slide

Beschrijf het uiterlijk.

Slide 11 - Slide

A refrescar la memoria...
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Slide

Bezittelijk vnw.
Wat is een bezittelijk vnw in het Nederlands?
Een woord wat het bezit aangeeft: mijn, jouw, zijn, haar etc.
LEERDOEL: bezittelijk voornaamw.

Slide 13 - Slide

Bezittelijk vnw.
mijn
jouw
zijn/haar/uw
ons/onze
jullie
hun/uw
mi
tu
su
nuestro
vuestro
su
mi
tu
su
nuestra
vuestra
su
mis
tus
sus
nuestros
vuestros
sus
mis
tus
sus
nuestras
vuestras
sus
enkelvoud
meervoud
mnl.
mnl.
vr.
vr.
LEERDOEL: bezittelijk voornaamw.
Welke verschillen zien jullie?

Slide 14 - Slide

Bezittelijk vnw.
  • Het bezittelijk vnw. richt zich in het Spaans naar het bezit en niet naar de bezitter zoals in het Nederlands. 
  • Is het bezit meervoud, dan wordt het bezittelijk vnw. ook meervoud. Bij nuestro/vuestro heb je ook nog een vrouwelijke vorm --> nuestra/vuestra. 
  • Kijk naar het woord wat erachter staat. Is dat meervoud, dan wordt het bez. vnw. ook meervoud. Is het vrouwelijk dan verandert nuestro/vuestro in nuestra/vuestra
LEERDOEL: bezittelijk voornaamw.
Módulo pág. 20, 21, 

Slide 15 - Slide

(mijn) padres

Slide 16 - Open question

(jullie) casa

Slide 17 - Open question

(onze) hermanos

Slide 18 - Open question

(jouw) libro

Slide 19 - Open question

(zijn) cuadernos

Slide 20 - Open question

(hun) profesor

Slide 21 - Open question