6.4 Vruchten en zaden

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.4
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.4
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van biologie en open deze op blz  168.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het einde van de les:
- kun je de verandering in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 170 + 171.
Lars 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Wat gebeurt er met de zaadbeginsels die niet zijn bevrucht?
A
ontwikkelen zich tot zaden
B
verschrompelen
C
die worden groter
D
die krijgen bloemen

Slide 6 - Quiz

Uit welk deel van een bloem is een sperzieboon ontstaan?
Het vruchtbeginsel
Het zaadbeginsel
de bevruchte 
eicel
De stuifmeelkorrel

Slide 7 - Drag question

Van bloem tot vrucht

1. Een vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht
2. Een zaadbeginsel groeit uit tot een zaad
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz. 170 en 171.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Slide

Een vrucht
Na bevruchting  begint in het vruchtbeginsel één of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden. 

Slide 10 - Slide

Een vrucht
Het vruchtbeginsel wordt groter. Het groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht. 

Slide 11 - Slide

Verschillende vruchten

Sommige vruchten bevatten vruchtvlees = het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 

Slide 12 - Slide

Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten, pitjes in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

Sommige vruchten hebben maar 1 zaad. Een meloen kan meer dan 100 zaden hebben. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 170 + 171.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 + 2.

Slide 15 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 170 en 171.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 172/174
timer
1:00

Slide 16 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven?

Slide 17 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Donderdag 16 mei
6.4 opdracht 1 t/m 4

Toetsen: 



Slide 18 - Slide