Identiteitsvorming

Identiteit
1 / 18
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Identiteit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les kun je...
1.  Uitleggen wat identiteit inhoudt
2. De vier categorieën van identiteitsvorming benoemen en               beschrijven 
3. Eigen voorbeelden noemen bij de vier categorieën van
     identiteit
4. Uitleggen waarom identiteitsvorming een levenslang proces
     is

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Definitie van identiteit
Identiteit bestaat uit unieke karaktereigenschappen, overtuigingen, talenten, eigenaardigheden en gedrag die door socialisatie voortdurend veranderen.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Socialisatie: leren hoe je je behoort te gedragen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Socialisatie
Primair 
Secundair
Tertiair

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Socialisatoren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke identiteit
Sterke persoonlijke eigenschappen en verdiensten van een individu.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Sociale identiteit
Rol van een individu in de maatschappij

Docent
Arts
Student
Mantelzorger


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Relationele identiteit
De verbondenheid die iemand voelt met andere individuen.

Moeder
Zoon
Broer
vriendin

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Collectieve identiteit
De groep waartoe je behoort
Bijv. leerling van Lyceum de Grundel, Nederlander, Moslim, voetbalclub ZVV de Esch

Tukker: Grolsch, Fc Twente, boerderij,  zuipkeet,  accent vuurwerkramp

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Identiteitsvorming is een levenslang proces
Identiteitsvorming omvat persoonlijke, sociale, collectieve en relationele aspecten en is een continu proces gedurende het hele leven.

moeder - oma                                          student - werknemer
leerling - collega                                     werknemer - baas
partner - single                                        kerkelijk - niet gelovig

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

opdracht
Doe de persoonlijkheidstest op https://www.testcentrumgroei.nl/persoonlijkheidstest

a. Noteer de belangrijkste persoonlijkheidskenmerken die in deze test naar voren komen. Herken je dit in jezelf?
b. Omschrijf nu wat jou uniek maakt, wat typeert jou?  Denk aan je  persoonlijke, sociale, collectieve en relationele identiteit.
c. Omschrijf welke identiteitskenmerken waarschijnlijk nog gaan veranderen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
Identiteit: Het samenstel van unieke karaktereigenschappen, overtuigingen, talenten, eigenaardigheden en gedrag van een persoon. 

 Persoonlijke identiteit: De sterke persoonlijke eigenschappen en verdiensten van een individu. 

 Sociale identiteit: De rol van een individu in de maatschappij. 

 Collectieve identiteit: Het gevoel van verbondenheid met een groep. 

 Relationele identiteit: De verbondenheid die iemand voelt met andere individuen.

 Socialisatie: Het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere culturele kenmerken van zijn gemeenschap leert en verinnerlijkt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.