PP Kapitel 20 - Essen und der Dativ

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programm

Wiederholung "sein" verleden tijd

Wir sprechen über Essen

Heute ist der 13. April

Was wisst ihr noch...

über Haustiere

über sein in verleden tijd

Haustiere

war

warst

war

waren

wart

waren

ich

du

er, sie, es

wir

ihr

Sie/sie

Welke zin staat niet in de verleden tijd?

1. Ich war gestern einkaufen.
2. Du warst mit deinem Opa spazieren.
3. Ihr seid alleine.
4. Wir waren zu Hause.

Neues Thema

Essen und der Dativ

Zum Frühstück

Hoe kan in je Duits vragen stellen over eten en hoe je het vindt?

KB 45 Nr. 3 

Opdracht

Praat  met je buurman of buurvrouw over wat je graag eet. 

Gebruik alle vragen van de blauwe box.

Ik kies 2 duos die hun dialoog presenteren.

Personalpronomen Dativ (3e naamval) 

	1e nv	3e
ik	ich	mir
jij	du	dir
hij	er	ihm
zij	sie	ihr
het	es	ihm

	1e nv	3e
wij	wir	uns
jullie	ihr	euch
zij	sie	ihnen
u	Sie	Ihnen
wie	wer	wem

KB 45 Nr. 2

Opdracht

Lees  met je buurman of buurvrouw de korte tekst. 

Waar vind jij de 3de naamval?

Wanneer heb je de 3de naamval nodig?

Bij bepaalde werkwoorden: schmecken, gratulieren, helfen...

Ich helfe dir!

Bij bepaalde vaste zinnen: Wie geht es dir? 

Na bepaalde voorzetsel die antwoord geven op de vraag waar? 

im, auf, an... 

Ich war im Schwimmbad. Ich bin in der Schule. Der Stuhl steht auf dem Tisch....

Selbstständig arbeiten

Arbeitsbuch 

S. 42 Nr. 5 Vul het goede bepaalde lidwoord in de 3de naamval in.

S. 42 Nr. 6a Vul mir - dir - uns - euch in de gaten in.

S. 40 Nr. 10 Vul "sein" in de tegenwoordig tijd OF verleden tijd in! HULP: verleden tijd bij woordjes zo als:  gestern, letzte Woche, vorgestern...

Du kannst:

über Essen sprechen

den Dativ benutzen 

und über vergangene Aktionen sprechen.