Les 46 - vaste voorzetsels

Vaste voorzetsels
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Vaste voorzetsels

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welk vast voorzetsel hoort hier?
Besparen ... energie.

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Welk vast voorzetsel hoort hier?
Respect hebben ... elkaar.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Welk vast voorzetsel hoort hier?
Rekening houden ... elkaar.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Welk vast voorzetsel hoort hier?
Commentaar hebben ... influencers.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Ze vertelde een verhaal aan haar leerlingen. --> aan haar leerlingen

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 15 - Quiz

We nemen deel aan een quiz.
--> aan een quiz

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 16 - Quiz

Hij verstopt zich in het tuinhuisje.
--> in het tuinhuisje

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 17 - Quiz

Ik heb zin in een ijsje.
--> in een ijsje

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Mijn broertje verschuilt zich in zijn boomhut. --> in zijn boomhut

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 20 - Quiz

Gisteren namen we deel aan een vriendschappelijke voetbalmatch.
--> aan een vriendschappelijke voetbalmatch
A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 21 - Quiz

Vertel straks aan oma wanneer je komt. --> aan oma

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 22 - Quiz

Elke zin eindigt op een leesteken. --> op een leesteken

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 23 - Quiz

Ik wacht op de hoek van de straat op mijn vriendinnen.
--> op mijn vriendinnen
A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 24 - Quiz

Heb jij ervaring met dit soort honden? --> met dit soort honden

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 25 - Quiz

Onze kat heeft zich onder de struiken verstopt. --> onder de struiken

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 26 - Quiz

Mijn zus levert altijd commentaar op mijn kledij. --> op mijn kledij

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 27 - Quiz

Mijn moeder is al jarenlang bevriend met de overbuurvrouw.
--> met de overbuurvrouw

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 28 - Quiz

Waarom vertelde hij ons geheimpje aan zijn vriend? --> aan zijn vriend

A
VZV
B
BWB
C
MV

Slide 29 - Quiz