- Dat: Het-woorden ---> Het meisje dat in mijn klas zit.
- Die: De - woorden --> De jongen die morgen gaat verhuizen.
- Wat: overtreffende trap zonder znw - Het mooiste wat er is.
hoeveelheden -> Er is niets wat je kunt doen.
hele zin -> Het eten is aangebrand. Wat erg jammer is.