H1 - les 6 uitleg 1.14 en verhaspeling, opdr 3,4, 6 en 8

- Uitleg homoniem / homofoon
- mk opdr 3,4,6 en 8  (naijken)

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Uitleg homoniem / homofoon
- mk opdr 3,4,6 en 8  (naijken)

Slide 1 - Slide

Wat is een homoniem?

Slide 2 - Mind map

Homoniem

een woord met twee betekenissen


- sla

- schop

- schotel

Slide 3 - Slide

Bedenk een voorbeeld
van een homoniem.

Slide 4 - Mind map

Homofoon

Een woord dat hetzelfde klinkt, maar dat je anders schrijft en dat iets anders betekent.


hard - hart

dauw - douw

Slide 5 - Slide

Bedenk een voorbeeld
van een homofoon.

Slide 6 - Mind map

1. De rode fiets staat in de schuur.

rode=bijv. naamwoord

2. De fiets is rood.

rood= bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig gebruikt

is rood=naamw. gezegde

Dit hebben we nog niet geleerd!

Slide 7 - Slide

Aan de slag
- mk opdr 3, 4 6 en 8

- nakijken

Slide 8 - Slide

Geheugen opfrissen Lezen H1

Zes tekstdoelen:

- informeren

- amuseren

- overhalen (actie!)

- overtuigen

- mening laten vormen

- uitleg geven


Een alinea bestaat uit een kernzin met uitleg, toelichting of voorbeelden.

Een onderwerp is het samenvatten van de tekst in zo weinig mogelijk woorden.

Een deelonderwerp is het onderwerp van een stukje (deel) van de tekst.




Slide 9 - Slide

Over taal H1: opdracht 3 (blz. 34-35)
  1. rondweg 
  2. route 
  3. afdruk op de grond 
  4. deftig 
  5. verbinding 
  6. reukorgaan 
  7. bovenkant 
  8. overslaan

Over taal H 1: opdracht 4
Twee zinnen met elk homoniem...
'vorst',    'blik'     'klieren'     'bel'
Over taal H 1: opdracht 6
  1. rauw
  2. speld
  3. peil
  4. rad
  5. bereiden
  6. vel
  7. poule
  8. dauw

Slide 10 - Slide

Huiswerk
  • Maken Lezen H1 opdracht 1 (blz: 37)
  • Werken aan je boekverslag
  • meebrengen pion en dobbelsteen

Slide 11 - Slide