14 et 15 novembre 2022

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld propjes te gooien of door de klas te schreeuwen)

Slide 2 - Slide

Buts
Aan het eind van dit lesuur....
1.  kun je iemand beschrijven en ken je de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
2. heb je de werkwoorden op -er herhaald.








Slide 3 - Slide

Planning
1. Bilan maken (30 minuten)
2. We bespreken het bijvoeglijk naamwoord (15 minuten)
3. We bespreken de werkwoorden op -er, avoir, être, faire (15 minuten)
4. Oefenen voor de toets (30 minuten)




Slide 4 - Slide

Vocabulaire A

Slide 5 - Slide

Vocabulaire B

Slide 6 - Slide

Phrases clés C

Slide 7 - Slide

Grammaire D: regelmatig

Slide 8 - Slide

Grammaire D: onregelmatig

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zet het bijvoeglijk naamwoord "beau" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 12 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Une ... voiture ....


Slide 13 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(noir) Un .... chat .....


Slide 14 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(beau) Une ..... maison ....



Slide 15 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sympa) Un .....prof ......



Slide 16 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....


Slide 17 - Open question

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes?

Mylène est __________ (court).

Slide 18 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord "oud" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 19 - Open question

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.

J'ai eu une _____________ note pour la dictée d'anglais. [bon]
timer
0:20

Slide 20 - Open question

Verschillende tijden
-présent
-passé composé
-futur proche

Slide 21 - Slide

conjugaison - verbes -ER - présent

Slide 22 - Slide

Ezelsbrug -> ww -er
een  eskimo  eet  ons  ezeltje  enthousiast
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

De présent! Zet het antwoord in de présent.

Slide 25 - Slide

opdracht 32 (blz.86)

Slide 26 - Slide

Au travail
opdrachten 30c, 30d, 31a, 31c, 31d (blz.84-86)

Klaar?
Maak de oefentoets (bilan) H2  & Herhaal de woordjes en grammatica
Ik loop langs voor feedback van de schrijfopdrachten

Slide 27 - Slide