Hoofdstuk 1 paragraaf 3 KGT

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Slide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Terugblik op de vorige les (rekenen met procenten)
  2. Huiswerk nakijken
  3. Blok 1 Uitleg paragraaf 3
  4. Aan de slag met paragraaf 3
  5. Blok 2 Uitleg paragraaf 3 - vergelijkend warenonderzoek 
  6. Aan de slag met paragraaf 3
  7. Afsluiting

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan de vragen over lesstof paragraaf 3 beantwoorden.
  2. Ik begrijp alle begrippen en kan hierover vragen beantwoorden
  3. Ik kan een vergelijkend warenonderzoek aflezen.
  4. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

Slide 4 - Slide

Inloggen in Lessonup
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Slide

Vorige les Leerdoelen paragraaf 2

Wat Directe ruil en indirecte ruil is
Welke Soorten geld er zijn.
Hoe je met geld kan betalen
Rekenen - Hoe je een nieuwe banksaldo moet berekenen.

Slide 6 - Slide


Wat is directe ruil?
A
Ruilen zonder geld
B
Ruilen met geld

Slide 7 - Quiz

Giraal
Chartaal

Slide 8 - Drag question


(1p) 3.    Je banksaldo was aan het begin van de maand € 122,78. 
In de loop van de maand ontvang je op je rekening € 32,50 zakgeld. 
Er wordt ook € 15 oppasgeld bijgeschreven. 
Aan het eind van de maand is je saldo € 82,69.
 Bereken hoeveel je deze maand vanaf je bankrekening hebt betaald.



Slide 9 - Open question

Huiswerk
timer
8:00
Wat ga je doen
Nakijken paragraaf 2
Hoe ga je dit maken?
Ga naar teams
Bekijk en controleer je antwoorden. 

Ben je klaar? 
Wacht je rustig.
LET OP! 
Stoplicht

Slide 10 - Slide

1.3 weet wat je nodig hebt

Slide 11 - Slide

Leerdoelen paragraaf 3
Aan het eind van de les weet je....
...wat voor behoeften je kunt hebben.
...waardoor mensen verschillende behoeften hebben.
..wat het verschil is tussen goederen en diensten.
...hoe je in je behoeften kunt voorzien.
...hoe je met procenten een getal kunt berekenen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?
A
Goederen
B
Diensten
C
Geld
D
Alles wat je nodig hebt of graag wilt

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen goederen en diensten?
A
Goederen kan je kopen in een winkel, een dienst niet
B
Goederen worden in combinatie gekocht met diensten
C
Goederen zijn tastbaar, diensten niet
D
Diensten moet je aanvragen

Slide 18 - Quiz

Wat zijn gebruiksgoederen?
A
goederen die je maar een keer kunt gebruiken.
B
goederen die je meerdere keren kunt gebruiken
C
goederen die je helemaal niet kunt gebruiken
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

Consumeren is …
A
Een bedrag opzijleggen voor een latere grote aankoop
B
Iets maken waarmee je in je eigen behoefte kan voorzien
C
het kopen van goederen of diensten
D
Invloed uitoefen op andere mensen om iets te kopen

Slide 20 - Quiz

Maakwerk
timer
15:00
Wat ga je doen
Paragraaf 3 
blz 22 t/m 26
Opdrachten 2,4, 7, 8, 11

Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig.

Rust en stilte.

Vragen? Eerst je buurman/-vrouw. Dan de uitleg tafel

Ben je klaar? 
Bekijk het eerste gedeelte van de paragraaf. 

En maak de rest van de opdrachten t/m 13
LET OP! 
stoplicht!!

Slide 21 - Slide

rustmoment
timer
5:00

Slide 22 - Slide

3. Reken met procenten
Te berekenen aantal of bedrag
Optie 1                                 percentage : 100 x totaal
Optie 2                                totaal : 100 x percentage
Optie 3                                Gebruik maken van een verhoudingstabel


Slide 23 - Slide

Instructiekaart 

Slide 24 - Slide

Instructiekaart (2) 

Slide 25 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel 

Slide 26 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel
Verhoudingstabel maken

Slide 27 - Slide

Maakwerk
timer
15:00
Wat ga je doen
Paragraaf 3
Opdrachten 14 t/m 19

blz 26
Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig.

Rust en stilte.

Vragen? Eerst je buurman/-vrouw. Dan de uitleg tafel

Ben je klaar? 
Controle vooraan
LET OP! 
stoplicht!!

Slide 28 - Slide

Afsluiting

Slide 29 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan de vragen over lesstof paragraaf 3 beantwoorden.
  2. Ik begrijp alle begrippen en kan hierover vragen beantwoorden
  3. Ik kan een vergelijkend warenonderzoek aflezen.
  4. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

Slide 30 - Slide

Blooket
Hoe goed weten wij de begrippen.

SPELEN maar.

Slide 31 - Slide

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

De volgende les wil ik graag....
Meer uitleg
Meer zelfstandig werken
Meer afwisseling in de les
Meer iets actiefs doen
Meer .. (vul zelf in)

Slide 33 - Poll

Huiswerk

§1.3 af en in je schrift.

Neem de spullen die je voor de les nodigt hebt mee?



Slide 34 - Slide

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.

Slide 35 - Slide