4.4 Vergelijkingen oplossen Leerdoelen
O Jij (her)kent het verschil tussen en formule en een vergelijking
O Jij kan vergelijkingen op drie manieren oplossen:
1. Oplossen met de grafieken
2. Oplossen met de balansmethode
3. Oplossen met inklemmen
O Jij (her)kent wanneer je kan oplossen met grafieken
O Jij (her)kent wanneer je kan oplossen met de balansmethode
O Jij (her)kent wanneer je kan oplossen met de inklemmen
O Jij weet dat je altijd apart antwoord moet geven op de vraag, na het oplossen van de
vergelijking.