trainingsleer OP 1

• Trainingsleer
• MBO
• Studiejaar 1

trainingsleer OP 1

Inhoud

• Meten van bewegingseigenschappen
  
• Valide testen
• belang van evalueren

Indeling

Bewegingseigenschappen: 

• Coördinatie
  
• Lenigheid
• Kracht
• Uithoudingsvermogen
• Snelheid

Oefenles trainingsleer 

Oefenles voor

toets 3

Probleem 

Wat is het probleem?

Casusbeschrijving op grond van het UISOEP-model: 

• Uitleg: de arts legt het doel van het gesprek uit. 
• Subjectieve informatie: de cliënt vertelt zijn verhaal, probleem wordt verhelderd en gedefinieerd. 
• Objectieve informatie: probleemanalyse met behulp van het determinantenmodel (arbeidsanamnese, fysieke en sociale omgeving, leefstijl, ziekte e.d.) en lichamelijk onderzoek 
•  Evaluatie: van alle beschikbare gegevens wordt samen met de patiënt de balans opgemaakt. 
• Probleembeschrijving: wat is het probleem? 

Probeer uit te gaan van een praktijkcasus die je interesse heeft, die je tegen bent gekomen of waar je stagebegeleider je attent op heeft gemaakt. Beschrijf kort het probleem in enkele trefwoorden aan de hand van het UI-SOEP-schema. NB de Uitleg komt alleen in het daadwerkelijk consult aan de orde en hoeft in de presentatie niet specifiek genoemd te worden.

Leskaart M9.2

Om je vitaal te voelen, moet je gezond blijven. Het is dus belangrijk dat je er zelf voor zorgt dat je gezond blijft. Je kunt daaraan werken door je te houden aan de BRAVO- richtlijnen.

Wat kun je hiervan leren?

                  Testen en meten

           Bewegingseigenschappen

Trainingsleer

Motorisch gedrag

Bewegingsvaardigheid

Dansen

Speerwerpen

Touwtrekken

Bewegingseigenschappen

CLUKS

Inhoud mesoplan (begeleidingsplan)

1. Intakeformulier (ingevuld)

2. Health check (ingevuld)

3. Conclusies (Leefstijlanalyse, hulpvraag, motivatie)

4. Aanvullend; (Leefstijlscan en/of andere tools)

5. Begeleidingsplan;

- Doelstelling (meso en micro)

- Wenselijke begeleidingsstijl (contactmomenten, coaching enz.)

- SWOT analyse (vanuit jou en cliënt)

- Opdrachten voor desbetreffende cliënt!!!! Die bijdragen aan micro en meso doelstelling.

Plan van aanpak

Indeling

Bewegingseigenschappen: 

• Coördinatie
  
• Lenigheid
• Uithoudingsvermogen
• Kracht
• Snelheid

8 - Testen & meten

8.1 - Het vaststellen van de beginsituatie

8.2 - Het lichaam in cijfers

8.3 - Het meten van bewegingseigenschappen

8.4 - Betrouwbaar testen

8.5 - "Trainings" evaluatie

BRAVO

Valide

Een onderzoek is valide als je meet wat je beoogt te meten.

Is iets anders dan betrouwbaarheid!

Voorbeeld weegschaal die niet goed is afgesteld

of een toets met vragen die niet over de lesstof gaan

betrouwbaar en valide onderzoek

Om valide te zijn, moet een instrument betrouwbaar zijn. 

Een meetlat met centimeters kan een betrouwbaar instrument zijn, omdat het onder dezelfde condities steeds dezelfde resultaten oplevert.

Als je gewicht wilt meten, is een meetlat echter geen valide instrument. Het meet niet wat je wil weten.

De zorgverlener geeft voorlichting en instructie over de behandeling, gezonde leefstijl of hoe de zorgvrager kan omgaan met de aandoening, waarbij zij:

Bij elk contact vraagt aan welke informatie de zorgvrager behoefte heeft

Vraagt of de zorgvrager open staat voor informatie of advies

Toestemming vraagt aan de zorgvrager om informatie of advies te geven

De zorgvrager de informatie die zij heeft gegeven door de zorgvrager terug laat vertellen

Zorgt dat de informatie en instructie duidelijk, passend en concreet is

De zorgvrager vertelt op welke klachten hij moet letten

De zorgvrager helpt met het formuleren van vragen voor gesprekken met andere zorgverleners

Aangeeft aan de zorgvrager welke keuzes hij heeft

Bewegingseigenschappen

Heten ook wel grondmotorische eigenschappen. 

Er zijn vijf bewegingseigenschappen:

kracht

lenigheid

uithoudingsvermogen

coördinatie

snelheid.

Eindopdracht Module De gezonde mens 

(week 7, 8, 9 en 10) 

Je gaat een voorlichtings-advies gesprek houden met een klasgenoot en laat je zien dat je je hebt verdiept in de leefstijl van je klasgenoot en kan je dus aangeven:

1. Op welke aspecten van een gezonde leefstijl hij goed scoort
   
2. Welke aspecten van zijn leefstijl voor verbetering vatbaar zijn en kan dit uitleggen aan zijn klasgenoot
   
3. Op welke manier de persoon een verbetering zou kunnen aanbrengen in zijn leefstijl en kan een technologisch hulpmiddel kunnen adviseren.
   
4. Je kan vragen van je klasgenoot hierover goed beantwoorden
   
5. Je kan actief luisteren en je gedraagt je volgens de geheimhoudingsplicht van een verpleegkundige
   

betrouwbaar & valide

betrouwbaar: je meetinstrument geeft steeds dezelfde resultaten onder dezelfde condities.

validiteit: de juistheid of accuraatheid van metingen. Meet het meetinstrument hetgeen het moet meten? 

Zelfs als je meting betrouwbaar is (je meet steeds hetzelfde), dan hoeft de meting nog niet valide te zijn.