Grammatica zinsdelen §9 samengestelde zin

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* terugblik vorige les / bespreken huiswerk

* theorie §9 samengestelde zin

* oefeningen

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

* hoofd- en bijzinnen herkennen.

Enkelvoudige zinnen

Als een zin één persoonsvorm heeft, noem je dat een enkelvoudige zin. 

Hij is heel erg bang in het donker.

Samengestelde zinnen

Als een zin meerdere persoonsvormen heeft, noem je dat een samengestelde zin.

Een samengestelde zin kan bestaan uit: hoofdzinnen of uit (een) hoofdzin(nen) en (een) bijzin(nen).

Hoofdzin

In een hoofdzin staat de persoonsvorm vooraan of na het eerste zinsdeel.

Ik ga vanmiddag tennissen.

Hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door de voegwoorden en, maar, want of of.

Ik ga vanmiddag tennissen en daarna wil ik eten.

Als de zin bestaat uit twee of meer hoofdzinnen spreken we van nevenschikking.

Voorbeeld

Ik kom vanavond, want het is al laat.

Twee hoofdzinnen?

Bijzin

In een bijzin staat de persoonsvorm (bijna) achteraan.

Hij is moe, waardoor hij vanmiddag niet heeft getennist.

Een bijzin begint bijna altijd met een verbindingswoord.

Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.

Bijzinnen noemen we ondergeschikt als ze deel uitmaken van de hoofdzin. 

Voorbeeld

Ik kom vanavond, omdat het al laat is.

Wat is de zinsstructuur? 

Hoofdzin / bijzin

Opdracht

§9 lezen theorie + maken opdracht 1.

Opdracht

We kijken samen naar het eerste deel van de uitgedeelde opdracht. Daarna gaan jullie in een groepje de opdrachten verder maken.

Als je vragen hebt, stel je ze eerst in je groepje. Komen jullie er samen niet uit, dan steek je je hand omhoog.

So grammatica zinsdelen

Di 6-2

C5 §1, 3, 5, 9 en 11