Mijn proefles

Tussen-n bij samenstellingen
  • Pak alvast je laptop en start LessonUp op. (voer de code in van deze les)




Ismay de Wit en Lynn van der Sluijs
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Tussen-n bij samenstellingen
  • Pak alvast je laptop en start LessonUp op. (voer de code in van deze les)




Ismay de Wit en Lynn van der Sluijs

Slide 1 - Slide

Inleiding
  • wat weten jullie er al van
  • kort filmpje
  • uitleg
  • voorbeelden
  • vragen?
  • zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie al van samenstellingen met een tussen-n?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Uitleg
  • Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een        zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -en
     Bijvoorbeeld: paddenstoel
  • Als het eerste deel van het woord eindigt op -en, dan schrijf je wel een  tussen-n.
      Bijvoorbeeld: geweten -> je schrijft nu dus, gewetenloos

Slide 5 - Slide

Wanneer schrijf je geen tussen-n bij samenstellingen
  • Het eerste woord heeft een meervoud op -s 
  • Het eerste woord heeft 2 mogelijke meervoudsvormen
       Bijvoorbeeld: groenten en groentes -> je schrijft nu dus, groentesoep
  • Het eerste woord geen meervoudsvorm heeft
       Bijvoorbeeld: rijst -> je schrijft nu dus, rijstepap
  • Wanneer het woord eindigt op loos (en het eerste woord niet eindigt op        -en)
       Bijvoorbeeld: besluiteloos
  • Als je maar 1 ding van iets hebt.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld: hondehok of hondenhok
Stap 1.
Kijk of het eerste deel een zn is, zo ja ->
Stap 2.
Splits de samenstelling op:
hond - hok
Stap 3.
Maak meervoud van het eerste woord:
honden
Stap 4.
Kijk of er bijzonderheden zijn:
Bijvoorbeeld: staat er -loos achter?
Stap 5.
Ja? Geen tussen-n
Nee? Wel een tussen-n
Dus -> hondenhok

Slide 7 - Slide

Voorbeeld: hondehok of hondenhok
Stap 1.
Kijk of het eerste deel een zn is, zo ja ->
Stap 2.
Splits de samenstelling op:
hond - hok
Stap 3.
Maak meervoud van het eerste woord:
honden
Stap 4.
Kijk of er bijzonderheden zijn:
Bijvoorbeeld: staat er -loos achter?
Stap 5.
Ja? Geen tussen-n
Nee? Wel een tussen-n
Dus -> hondenhok

Slide 8 - Slide

ruggengraat/ruggegraat?
opslitsen -> rug      -       graat
mv 1e woord = ruggen
dus ...
Voorbeelden

Slide 9 - Slide

hopenloos/hopeloos
opsplitsen -> hoop     -     loos
mv 1e woord = hopen
maar ...
dus ...
Voorbeelden

Slide 10 - Slide

Zijn er nog vragen over wat we hebben verteld?

Slide 11 - Open question

Je schrijft een tussen-n wanneer...
A
het linkerdeel van het woord eindigt op -en
B
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is
C
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en eindigt op -en
D
Geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 12 - Quiz

Wat is de eerste stap die je moet zetten om te zien of het woord geschreven moet worden met een tussen-n
A
Je splitst het woord op.
B
Je kijkt of het een meervoud heeft op -en.
C
Je kijkt of er bijzonderheden zijn.
D
Je kijkt of het eerste woord een zn is.

Slide 13 - Quiz

welk woord is FOUT geschreven
A
beregoed
B
schattebout
C
zonneschijn
D
pannekoek

Slide 14 - Quiz

Bij welk woord moet WEL een
tussen-n?
A
besluitenloos
B
gewetenloos
C
hopenloos
D
vreugdenloos

Slide 15 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
tussenletter
B
tusseletter

Slide 16 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 17 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 18 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
ideeënloos
B
ideeëloos

Slide 19 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 20 - Quiz

ziektenkiem of ziektekiem

Slide 21 - Open question

gelegenheid of gelegeheid?

Slide 22 - Open question

lachenbek of lachebek

Slide 23 - Open question

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Het eerste woord heeft 2 meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 24 - Quiz

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Dit woord heeft twee meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 25 - Quiz

Moet er op de plaats van de ... een tussen-n staan?
met tussen-n
zonder tussen-n
panne...koek
groente...soep
reuze...leuk
eike...boom
honde...riem
bere...sterk
banane...schil
leeuwe...klauw
zonne...bank
spinne...web

Slide 26 - Drag question