Signaalwoorden en Tekstverbanden M 3C/3B

Bij het vak Nederlands 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bij het vak Nederlands 

Slide 1 - Slide

Directie instructie
Wat: Signaalwoorden en tekstverbanden blz.68.
Hoe: Theorie, video-uitleg, inoefenen Lesson up (15 min)
Hoelang: 15 min
Hulp: Zie mail signaalwoorden
Resultaat: Je kunt signaalwoorden en tekstverbanden herkennen en toepassen.


 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is het doel van signaalwoorden en tekstverbanden?
A
De tekst leuker maken.
B
De tekst moeilijker maken.
C
Samenhang aanbrengen in alinea's.
D
De tekst makkelijker maken.

Slide 4 - Quiz

Op wat voor soort tekstverband wijzen signaalwoorden als: doordat, dankzij, als gevolg van, etc.?
A
Vergelijkend verband
B
oorzakelijk verband
C
redengevend verband
D
chronologisch verband

Slide 5 - Quiz

Welke tekstverbanden (voor signaalwoorden) komen voor in de kern?
A
Opsomming
B
Reden
C
Conclusie
D
Tijdsvolgorde

Slide 6 - Quiz

Welk tekstverband herken je? 'Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.'
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 7 - Quiz

Signaalwoord: omdat

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
middel-doel
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-opsomming

Slide 8 - Quiz

We hebben uitleg gehad over tekstverbanden en signaalwoorden, maar ik blijf het lastig vinden.
A
tegenstelling
B
opsomming
C
reden-argument
D
oorzaak-gevolg

Slide 9 - Quiz

Maar
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 10 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort signaalwoord ’bijvoorbeeld’?
A
samenvattend tekstverband
B
toelichtend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
opsommend tekstverband

Slide 11 - Quiz

Welk deel van een tekststructuur herken je?

'Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden.'
A
Inleiding
B
Middenstuk (kern)
C
Slot

Slide 12 - Quiz

Signaalwoord: hoewel

Tekstverband
A
tegenstelling
B
reden
C
conclusie
D
vergelijking

Slide 13 - Quiz

Signaalwoord tegenstellend tekstverband
A
terwijl
B
ook
C
maar
D
bijvoorbeeld

Slide 14 - Quiz

Signaalwoord: zoals

Tekstverband
A
uitspraak-vergelijking
B
doel-middel
C
uitspraak-reden
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Leerrendement
 * Wat heb je geleerd vandaag?
*Waar heb je nog extra hulp bij nodig?

Slide 16 - Slide

Evaluatie
Evaluatie

Slide 17 - Slide