3.1 Energie effect

3.1 Energie effect
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.1 Energie effect

Slide 1 - Slide

Deze les
  • HW bespreken
  • Uitleg 3.1 deel 1
  • Lezen 3.1 blz. 84 t/m 87
  • Maken opgaven 3 + 7

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert dat er exotherme en endotherme reacties bestaan.
  • Je leert om energiediagrammen te tekenen.


Slide 3 - Slide

Waarom leer je dit?
Om een reactie uit te voeren is het belangrijk dat je weet of er energie nodig is om dit voor elkaar te krijgen (en hoeveel) of dat er juist warmte vrij komt.


Slide 4 - Slide

Wet van behoud van energie
  • Energie kan niet verloren gaan!
  • Energie kan wel van vorm veranderen:
- warmte

- licht
- elektrische energie
- chemische energie

Slide 5 - Slide

Exotherm en endotherm
  • Exotherm = chemische energie wordt omgezet in andere vorm van energie (Echem neemt af).

  • Endotherm = andere vorm van energie wordt omgezet in chemische energie (Echem neemt af).

Slide 6 - Slide

Voorbeeld: verbranding
  • Chemische energie wordt omgezet in licht en warmte.
  • Dus een exotherme reactie.

Slide 7 - Slide

Elektrolyse van water
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee

Slide 8 - Quiz

Bij oplossen van natriumhydroxide stijgt de temperatuur van het water.
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee

Slide 9 - Quiz

Lampje laten branden met zink- en koperdraadje in een citroen.
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee

Slide 10 - Quiz

Verdampen van alcohol.
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee

Slide 11 - Quiz

Ontstaan van rijp op grassprietjes.
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee

Slide 12 - Quiz

Energiediagram 
  • Exotherm: chemische energie neemt af.
  • Activeringsenergie (Eact) nodig.
  • Reactiewarmte (delte E) is energieverschil. 

Slide 13 - Slide

Energiediagram 
  • Endotherm: chemische energie neemt toe.
  • Activeringsenergie (Eact) nodig.
  • Reactiewarmte (delte E) is energieverschil. 

Slide 14 - Slide

Activeringsenergie
  • Reacties moeten meestal geactiveerd worden: het verloopt niet spontaan.
  • Dit noem je de activeringsenergie.
  • Een katalysator kan de activeringsenergie verlagen (let op: Reactiewarmte blijft hetzelfde!).
  • Een katalysator versneld daarmee de reactie, maar wordt zelf niet verbruikt.

Slide 15 - Slide

BASF De Meern
  • Productie en onderzoek naar katalysatoren.
  • Bijv. voor vetharding (margarine maken van olie).
  • Welk commercieel dilemma zal BASF hebben?

Slide 16 - Slide

Aan de slag
  • HW bespreken
  • Uitleg 3.1 deel 1

  • Lezen 3.1 blz. 84 t/m 87
  • Maken opgaven 3 + 7

Slide 17 - Slide