Grammatica - Gezegde

Gezegde

1 / 21

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gezegde

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je leert het gezegde van een korte zin vinden.

Slide 2 - Slide

Zinnen

Slide 3 - Slide

Zinnen

Zinnen bestaan uit zinsdelen.

persoonsvorm

onderwerp

Slide 4 - Slide

Gezegde

Bijzonder zinsdeel

Bestaat soms uit twee delen.

Slide 5 - Slide

Gezegde

Alle werkwoorden in de zin

Ik ga op mijn fiets naar school

De persoonsvorm is ook een werkwoord, die hoort altijd bij het gezegde!

Slide 6 - Slide

Gezegde

Alle werkwoorden in de zin

Ik ga op mijn fiets naar school

gez = ga

De persoonsvorm is ook een werkwoord, die hoort altijd bij het gezegde!

Slide 7 - Slide

Gezegde

Altijd één zinsdeel, ook als ze niet naast elkaar in de zin staan.

Mette heeft gisteren een blauwe rok gepast

Slide 8 - Slide

Gezegde

Altijd één zinsdeel, ook als ze niet naast elkaar in de zin staan.

Mette heeft gisteren een blauwe rok gepast

gez = heeft gepast

Slide 9 - Slide

Gezegde

Vertelt wat er in de zin gebeurt, of wat het onderwerp doet.

Slide 10 - Slide

Mike wil deze winter zijn nieuwe snowboard gaan proberen.

pv =

ow =

gez =

Slide 11 - Slide

Mike wil deze winter zijn nieuwe snowboard gaan proberen.

pv = wil

ow =

gez =

Slide 12 - Slide

Mike wil deze winter zijn nieuwe snowboard gaan proberen.

pv = wil

ow = Mike

gez =

Slide 13 - Slide

Mike wil deze winter zijn nieuwe snowboard gaan proberen.

pv = wil

ow = Mike

gez = wil gaan proberen

Slide 14 - Slide

Het discofeest loopt een beetje uit.

pv =

ow =

gez =

Slide 15 - Slide

Het discofeest loopt een beetje uit.

pv = loopt

ow =

gez =

Slide 16 - Slide

Het discofeest loopt een beetje uit.

pv = loopt

ow = Het discofeest

gez =

Slide 17 - Slide

Het discofeest loopt een beetje uit.

pv = loopt

ow = Het discofeest

gez = loopt uit

Slide 18 - Slide

Zinsdelen

Zinnen bestaan uit zinsdelen.

Persoonsvorm en onderwerp ken je al.

Het gezegde is ook een zinsdeel.

Slide 19 - Slide

Zinsdelen

Gezegde:

Het zijn alle werkwoorden in een zin
Zegt iets over wat er in de zin gebeurt
Is altijd één zinsdeel, ook als de werkwoorden niet naast elkaar staan

Slide 20 - Slide

Aan de slag

Nieuw Nederlands online

Hoofdstuk 4

Taalverzorging: Gezegde

Slide 21 - Slide

Grammatica - Gezegde

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

More lessons like this