Oefentoets fictie Nederlands

Oefentoets fictie Nederlands
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets fictie Nederlands

Slide 1 - Slide

Wat is fictie?
A
Verzonnen
B
Waargebeurd

Slide 2 - Quiz

Wat is non-fictie?
A
Verzonnen
B
Waargebeurd
C
Verzonnen maar lijkt waargebeurd

Slide 3 - Quiz

Noem een voorbeeld van fictie

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen realistische en niet realistische fictie?

Slide 5 - Open question

Wat betekent chronologische volgorde?

Slide 6 - Open question

Wat is tijdversnelling ?

Slide 7 - Open question

Wat betekent genre
A
Het type boek
B
De kaft van het boek
C
Een verhaalsoort
D
Betekent spannend

Slide 8 - Quiz

Noem een paar voorbeelden van genre

Slide 9 - Open question

Hoe herken je een hoofdpersoon in een verhaal?

Slide 10 - Open question

Schrijf een recensie van je lievelingsboek of film

Slide 11 - Open question