minstens 3 verschillende soorten dementie benoemen
de 4 fases van dementie herkennen.
Slide 7 - Slide
3.35 Dementie
Dementie
Wat weet je van dementie?
Wat zie je op stage?
Slide 8 - Slide
Dementie is een verzamelnaam voor aandoeningen van de hersenen. Het komt vooral voor op latere leeftijd. Toch zijn er ook vormen van dementie die optreden bij jonge mensen.
Dementie is een progressieve ziekte. Het wordt dus steeds erger. Dementie is nog niet te genezen. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de oorzaken. Wel kunnen de gevolgen van de ziekte geremd worden met therapie, training en medicijnen.
Slide 9 - Slide
Er zijn verschillende vormen van dementie.
De bekendste is de ziekte van Alzheimer. Bij deze vorm werkt de overdracht van signalen in de hersenen niet meer.
Een andere vorm is vasculaire dementie. Deze vorm ontstaat door schade aan de bloedvaten in de hersenen. Dit gebeurt onder andere door herseninfarcten (CVA), TIA’s of diabetes.
Slide 10 - Slide
Kenmerken:
geheugenstoornissen
desoriëntatie
oordeels- en kritiekstoornissen: De cliënt kan een situatie niet meer goed inschatten.
afasie (spraak/taal): De cliënt kan niet meer het juiste woord bij een voorwerp noemen.
apraxie: De cliënt heeft moeite met alledaagse handelingen.
agnosie: De cliënt kan prikkels niet meer omzetten in de juiste signalen.
gedragsstoornissen: Een cliënt gedraagt zich anders dan vroeger. Een cliënt met dementie toont bijvoorbeeld veel minder initiatief.
stemmingsstoornissen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
3.36 fase van dementie
Dementie verloopt in 4 verschillende fasen.
Dementie fase 1: het voorstadium
In deze fase zijn er problemen met het geheugen. Iemand vergeet iets wat net is gebeurd of weet niet meer waarover hij heeft gepraat. Ook zijn mensen trager van begrip en wordt het voor hen moeilijker om beslissingen te nemen. Het is logisch dat dit niet zo snel herkend wordt, want iedereen is weleens vergeetachtig.
Slide 13 - Slide
Dementie fase 2: het beginstadium
In deze fase wordt iemand steeds vaker vergeetachtig. Ook verandert het gedrag een klein beetje. In deze fase is het lastig om te bepalen of het om ouderdomsklachten gaat of wellicht om dementie.
Slide 14 - Slide
Dementie fase 3: het middenstadium
In het middenstadium worden de problemen uit de vorige fasen ernstiger. Iemand heeft geen idee meer van dag en nacht. Belangrijke gebeurtenissen – ook uit het verleden – worden niet meer onthouden. In deze fase ontstaan ook problemen met de veiligheid. Hierdoor kan iemand niet langer zelfstandig wonen.
Slide 15 - Slide
Dementie fase 4: het eindstadium
In eindstadium is het spraakvermogen verslechterd en kan iemand niet meer zelfstandig lopen of zitten. De cliënt ligt hele dagen op bed en herkent ook naaste familie vaak niet meer. Er treden reflexen op zoals we die van baby’s kennen; bijvoorbeeld een grijp- of zuigreflex. De cliënt is incontinent en kan niet meer voor zichzelf zorgen.