JDW les herhalingsweek basis 2 periode 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

lesson 1

drag and drop: Conjunstions

Match the linking words (conjunctions) with their definitions.

but

because

and

geven aan dat er hierna een reden dat iets gebeurt (oorzaak) 

informatie toevoegen

 je geeft een tegenstelling aan

Leerdoelen

Adjectives : I can use adjectives (bijvoeglijke naamwoorden) in a sentence correctly 

I can use Plurals (meervoud) correctly + much/many

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Work independently (zelfstandig werken).

Make exercise 1 from the worksheet.

You have 7 minutes!

Aan de slag

Work independently.

Make exercise 3 from the worksheet.

You have 6 minutes!

nabespreking

nabespreking

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

lesson 2&3

resultaat van het SO

GRAMMATICA - ?

WOORDJES - JULLIE HEBBEN DE WOORDJES NIET GELEERD!

many

much

Leerdoelen

I can form and use the present simple and present continuous

I can form the past simple and the past continuous

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Meervoud.

Instructie 

Tenses.

Answer the questions on the next 

slides.

Which sentence is in Present simple?

1. I walk 5 hours every day.
2. I am walking right now.
3. I have seen you before.
4. I saw my best friend yesterday.

Which sentence is in Present continuous?

1. I was sick.
2. She has visited me.
3. They watch TV every morning.
4. I am talking right now.

Which sentence is in past simple?

1. She is talking at the moment.
2. My brother played tennis when he was young.
3. I was talking with my friend.

Which sentence is in past continuous?

1. I was talking with my friend.
2. She went to Spain.
3. I have been here before.

Aan de slag

Work independently.

Make exercise 1 and 2 from the worksheet.

You have 10 min.

AAN DE SLAG

Numo / Slim stampen / quizlet!