Havo4 H3 herhaling par 1-5

Welke afkorting gebruiken we voor het lagedrukgebied rond de evenaar dat met de seizoenen mee verschuift?
1 / 20
next
Slide 1: Open question
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welke afkorting gebruiken we voor het lagedrukgebied rond de evenaar dat met de seizoenen mee verschuift?

Slide 1 - Open question

Boven wat voor oppervlak schuift de ITCZ door het jaar heen meer op?
A
Continent
B
Oceaan

Slide 2 - Quiz

Wat warmt sneller op en koelt sneller af?
A
Oceanen
B
Continenten

Slide 3 - Quiz

Op 30° en 90° NB en ZB liggen voornamelijk...
A
lagedrukgebieden
B
hogedrukgebieden

Slide 4 - Quiz

Tussen 30° en 60° NB waaien voornamelijk oostenwinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De wet van Buys Ballot noem je ook wel het ... effect (8 letters)

Slide 6 - Open question

Wind waait op het aardoppervlak van een...
A
lage- naar hogedrukgebied
B
hoge- naar lagedrukgebied

Slide 7 - Quiz

Waar valt relatief weinig neerslag?
A
lagedrukgebied
B
hogedrukgebied

Slide 8 - Quiz

Volgens de Wet van Buys Ballot (corioliseffect) heeft de wind op het zuidelijk halfrond (kijkend met de wind mee) een afwijking naar...
A
links
B
rechts

Slide 9 - Quiz

Wind die vanaf 30° NB en ZB richting de evenaar waait noem je een...

Slide 10 - Open question

Als zo'n passaatwind de evenaar passeert en door het corioliseffect van richting verandert, dan noem je deze wind een...

Slide 11 - Open question

Wat is een kenmerk van het moessonseizoen
A
Zeer droge periode
B
Zeer natte periode

Slide 12 - Quiz

Welke letters horen volgens de klimaatclassificatie van Köppen bij deze foto?
A
Af
B
BW
C
Cs
D
EH

Slide 13 - Quiz

Welke letters horen volgens de klimaatclassificatie van Köppen bij deze foto?
A
Aw
B
BS
C
Cf
D
Df

Slide 14 - Quiz

Door wat voor zeestromen heb je langs de kust in subtropische gebieden woestijnen?
A
warme zeestromen
B
koude zeestromen

Slide 15 - Quiz

Aan welke zijde van een berg valt weinig neerslag
A
Loefzijde
B
Lijzijde

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je de meest droge landschapszone?
A
aride zone
B
boreale zone
C
gematigde zone
D
subtropische zone

Slide 17 - Quiz

In welke landschapszone vind je veel palmolieplantages?
A
Boreale zone
B
Gematigde zone
C
Subtropische zone
D
Tropische zone

Slide 18 - Quiz

Liggen woestijnen altijd nabij savannes?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Wat voor vegetatie komt veel voor in de boreale zone?
A
grassteppes
B
loofbossen
C
naaldbossen
D
mossen

Slide 20 - Quiz