Communicatiemiddelen en communicatierollen

Communicatiemiddelen en communicatierollen

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je communicatiemiddelen in relatie tot communicatierollen identificeren en beschrijven.

Wat weet je al over communicatiemiddelen en communicatierollen?

Wat zijn communicatiemiddelen?

Communicatiemiddelen zijn de manieren waarop informatie wordt overgebracht, zoals gesproken taal, geschreven tekst, beeldmateriaal en technologische communicatiemiddelen.

Belang van communicatiemiddelen

Communicatiemiddelen zijn cruciaal voor effectieve communicatie, omdat ze de boodschap helder en begrijpelijk overbrengen naar de ontvanger.

Verschillende communicatierollen

Communicatierollen omvatten zender, ontvanger, bemiddelaar en feedbackgever. Elke rol speelt een unieke rol in het communicatieproces.

Interactieve activiteit: Rolspel

Verdeel de klas in groepen en geef elke groep een scenario waarin ze verschillende communicatierollen moeten vervullen. Laat ze daarna de ervaringen delen met de klas.

Koppeling tussen communicatiemiddelen en communicatierollen

Verschillende communicatierollen vereisen verschillende communicatiemiddelen. Bijvoorbeeld, een zender kan gebruikmaken van mondelinge communicatie, terwijl een bemiddelaar mogelijk schriftelijke communicatie gebruikt.

Voorbeelden van communicatiemiddelen en -rollen

Beschrijf concrete voorbeelden van communicatiemiddelen die worden gebruikt voor specifieke communicatierollen, zoals een e-mail (zender), een presentatie (bemiddelaar) en feedback geven (feedbackgever).

Belang van effectieve communicatie

Het begrijpen van communicatiemiddelen in relatie tot communicatierollen helpt bij het bevorderen van effectieve communicatie in persoonlijke en professionele omgevingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.